Tips voor het omgaan met ASS in een kerkelijke omgeving
Uitgangspunten
Een begeleidingspakket of handleiding voor het omgaan met ASS bestaat gelukkig niet, want God heeft ieder mens speciaal gemaakt, met eigen – aardigheden.
Wel kunnen we een aantal tips geven, maar let bij elke toepassing goed op de persoon die je voor je hebt, en wees je ook bewust van je eigen mogelijkheden en beperkingen.
Tips
Algemeen
- Je ziet het niet aan iemand of hij of zij ASS heeft. Mensen met ASS hebben een normaal tot hoog IQ en hebben een plek in de maatschappij. Toch is het is goed om te weten of iemand ASS heeft. Dit kan het gemakkelijker maken om te begrijpen waarom hij of zij ‘anders’ reageert. Maar zorg ervoor dat hij zich geen uitzondering voelt.
Structuur en schakeltijd
- Mensen met ASS zijn meestal visueel ingesteld. Dit betekent dat je door middel van eenvoudige tekeningen of pictogrammen veel duidelijk kunt maken. Omdat ze moeite hebben om van alle details een groter geheel te maken, help je ze om inzicht te geven in de ruimte waar zij zich bevinden.
- Hang in de kerkruimte bijvoorbeeld op elke deur een symbool van wat zich achter de deur bevindt; keuken, toilet, kerkzaal, bezemkast.
- Maak tijdens de catechisatie of verenigingslessen een programma. Print het programma uit en leg het zichtbaar neer. Aan het begin van de bijeenkomst kun je de volgorde van de verschillende onderdelen uitleggen. Niet ingevulde tijd levert veel onduidelijkheid op, en dus ruimte om te ‘klieren’.
Let op: Zet er geen tijden bij. Iemand met ASS die erg op de tijden let kan daar in de war van raken.
- Mensen met ASS hebben een grote behoefte aan structuur en veiligheid, veranderingen kunnen onverwacht en bedreigend aanvoelen. Benoem daarom duidelijk en ruim op tijd wat er gaat gebeuren.
- Tijdens een kerkdienst rekenen mensen met ASS op een vaste volgorde, de liturgie. Als er wijzigingen zijn is dit geen probleem, mits je dit duidelijk verwoordt: ‘De collectezak zal vandaag niet door de rijen gaan, maar er is een deurcollecte’.
- ASS is een verstoring in de hersenen van informatieverwerking. Hierdoor nemen mensen met ASS hun omgeving vaak waar als losse puzzelstukjes. Schakelen van het ene puzzelstukje naar het andere, kost tijd en aanpassing. Verwoord daarom iedere overgang in het programma of activiteit die je doet. Geef op het moment dat je een dergelijke boodschap geeft, de persoon met ASS tijd om te schakelen.
- ‘Jongens, we gaan beginnen met de catechisatie, leg je mobieltjes aan de kant.’
- Blijf geduldig, ook als de persoon met ASS niet direct reageert zoals je graag zou willen.
- Zeg niet: ‘Ja, Lucas, leg jij ook nú je mobieltje neer, anders kun je vertrekken’. Als je dit met een boze stem zegt, komt er nog meer informatie bij voor iemand met ASS. Hij gaat denken: ‘waarom klinkt hij zo boos, en wanneer moet ik vertrekken? We beginnen nu toch?’
- Wees voorspelbaar, duidelijk en concreet in vraag en antwoord.
- Leg opdrachten stap voor stap uit. Goed en geconcentreerd meedoen kost een jongere met ASS veel energie.
De jongeren mochten een collage maken over het koninkrijk van God. Bas deed niks, had geen zin en hij pakte z’n mobiel. Toen ik precies uitlegde wat de bedoeling was, kon hij pas aan het werk: Hier liggen tijdschriften, lijm en een schaar. Knip foto’s of teksten uit die te maken hebben met het leven als christen. Plak dit op het papier. Ik voegde er een opdracht aan toe omdat ik wist dat Bas dat leuk zou vinden: Als je klaar bent, mag je een foto van je collage maken.
Sociale en taalkundige mogelijkheden
- Mensen met ASS vinden het moeilijk om zich in te leven in iemand anders. Verwacht daarom geen inlevende gevoelsreacties. Toch kunnen mensen met ASS zeker behulpzaam zijn. Ze zullen graag iets voor je betekenen in het doen van een klus of activiteit.
Ellen merkt dat de sfeer in de groep druk is. Ze vraagt aan je of ze de snippers zal opruimen.
- Personen met ASS vinden het over het algemeen lastig om abstract te denken. Stel daarom concrete vragen.
- Vraag niet: ‘Welk beeld/gevoel/reactie roept dat bij je op? Maar stel concrete vragen zoals: ‘Hoe reageerde Jezus op de Farizeeën. En wat zouden de Farizeeën daarvan kunnen leren?’
-
- Mensen met ASS zijn goed in het onthouden van feitjes en weetjes. Geef hen de ruimte om deze kennis met je te delen. Geef zelf een grens aan in dit gesprek, iemand met ASS zal zelf moeilijk in kunnen schatten wanneer je het genoeg vindt.
Broeder Molenaar heeft een schat aan kennis over de flora en fauna van Israël. Hij heeft een verzameling in zijn kelder en hij laat dit graag aan elke bezoeker zien, dus ook aan mij toen ik bij hem kwam. Nadat ik ongeveer driekwartier geboeid naar zijn verhalen had geluisterd, zei ik dat ik het heel interessant vond, maar dat ik voor een andere vraag kwam.
- Mensen met ASS nemen taal vaak letterlijk. Uitdrukkingen, beeldspraak en gelijkenissen zijn daarom verwarrend en maken de communicatie soms lastig. Wees daarom bewust van de manier waarop je (bijbel)taal gebruikt.
- ‘In het geloof kun je bergen verzetten’. Als je deze beeldspraak uit Bijbel uit hebt gelegd, zal de persoon met ASS het kunnen begrijpen.
- Ook taalgrapjes en moppen kunnen tot verwarring leiden. Iemand met ASS kan zelf veel van moppen vertellen houden, en veel taalgrapjes kunnen maken. Maar als iemand anders dat doet, heeft hij er niet zelf de regie over en kan hij vaak niet zo snel schakelen om dit goed te kunnen begrijpen.
Jonathan is de grappenmaker van de groep. Hij kent oneindig veel mopjes. En als hij ze verteld heeft, moet hij er zelf vaak het hardst om lachen. Hij weet van geen ophouden. Maar als Joël een grap vertelt, blijft Jonathan stil.
Interessante sites
Tips voor het omgaan met mensen met ASS
Artikelen over catechisanten met PDD-NOS