Tips

Hieronder lees je 6 tips om gesprekken over het geloof met mensen met ASS te voeren.

 

afb36

1. Accepteer

Accepteer de mens met ASS helemaal zoals hij is. God heeft hem gemaakt met speciale gaven en talenten. Mensen met autisme zijn eerlijk en betrouwbaar, ze zullen geen dubbele agenda hebben. Benoem deze eigenschappen en voorkom afwijzing (van jezelf of door anderen uit de groep). Zet deze speciale gaven in. Bijvoorbeeld:’ Wil jij op de tijd letten? Neem jij de volgende keer wat dagboekjes van thuis mee?

 

afb37

2. Doe het voor

Mensen met autisme zijn zeker in staat om nieuw gedrag aan te leren. Doe geloven daarom voor! Hoe geloof jij? Hoe bid jij? Hoe luister jij? Hoe help jij? En leg uit waarom jij iets wil.

Bart bleef mij maar vragen of hij niet hoefde te bidden in de groep. ‘Dat durf ik niet’, zei hij. Eerst gaf ik hem begrip dat het moeilijk voor hem is. Daarna legde ik uit dat hij in de groep kan leren om hardop te bidden. Toen begreep hij de reden waarom hij op het rooster stond. Bart heeft op een heel rustige en mooie manier God gedankt voor de fijne catechisatie-avond.

3. Abstracte begrippen of taal letterlijk nemen.

Geef uitleg aan abstracte begrippen. Klik hier voor voorbeelden van lastige begrippen uit de bijbel. Mensen met ASS nemen taal vaak letterlijk; dit kan vaak voor hilarische momenten zorgen. De Bijbel in Gewone taal biedt ook vaak uitkomst, door het heldere taalgebruik.

‘Ga naar binnen door de smalle poort’… Maar je zal maar dik zijn. 🙂

 

https://www.opkijken.nl/wp-content/uploads/2019/01/Jozef-in-de-put.jpg4. Liever feiten dan inleving

Mensen met ASS hebben moeite met het zich inleven in een ander. Vraag dus niet: ‘hoe denk je dat Jozef zich in de put voelde?’ Stel meer vragen die gericht zijn op feiten en weetjes. Bijvoorbeeld: hoeveel uren heeft Jozef in de put gezeten?

 

5. Structuuafb41r

Voor iemand met ASS is het prettig als hij weet wat hij kan verwachten van de bijeenkomst. Hou daarom een vaste structuur aan tijdens de bijeenkomst of benoem van tevoren wat de agendapunten zijn.

 

Geef structuur aan in de Bijbelgedeeltes die je leest. Vertel of het een verhaal uit de geschiedenis is, of een profetisch gedeelte. Of is het een gelijkenis of spreuk? Als je de tekst in een kader plaatst kan iemand met autisme het gedeelte beter begrijpen. Leg ook de context van het Bijbelgedeelte uit. (Wie zegt dit gedeelte op welk moment en waarom?)  Zo krijgt iemand met ASS meer grip op de Bijbeltekst.

 

   6. Rust

Wees rustig in onduidelijke situaties. Ook als iemand met ASS driftig of afwerend reageert. Wees zelf betrouwbaar, duidelijk en consequent, dat geeft  duidelijkheid en voorkomt nog meer prikkels. Het is beter om feitelijk te reageren dan met emotie in je stem.

Bijvoorbeeld:

Wel: ‘Ik zie dat je aldoor op je mobiel kijkt. De afspraak is dat we tijdens dit uur niet ons mobiel gebruiken. Stop daarom nu je mobiel in je tas.’

Niet: (Met een driftige stem:) ‘Ik heb al 10x gezegd dat je je mobiel aan de kant kunt leggen!’