Uitgangspunten

Relatie en Bijbeltaal

Geloven is voor mensen met ASS lastig: je ziet God niet en veel bijbel- en geloofstaal is abstract.

 

Relatie

Een relatie aangaan is voor mensen met ASS lastig, met God is dat al helemaal moeilijk! Angstgevoelens ten opzichte van God komen veel voor bij mensen met ASS. Dit komt doordat God niet zichtbaar en concreet is en dat geeft onduidelijkheid.

 

Abstract en figuurlijk

Thema’s en begrippen als genade en koninkrijk zijn, net als gelijkenissen, voor mensen met ASS vaak lastig te begrijpen. Dit moet goed worden uitgelegd, dan kunnen ze deze Bijbelgedeelten beter plaatsen en er zelf betekenis aan geven.

 

Hoofd- en bijzaken

Mensen met een sociale beperking hebben moeite om onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken. De bijbel is een dik boek met veel verschillende soorten verhalen. Daarom is het voor mensen met ASS moeilijk om te ontdekken wat belangrijk is. Daarnaast wordt in de bijbel geregeld symboliek gebruikt. Dit is ook verwarrend, omdat de taal vaak letterlijk wordt opgevat.

 

 

 

 

 

 

Geloven = zeker weten

Als je aan iemand met ASS vraagt of hij of zij gelooft, kan hij verrassend reageren. Het woord geloven komt niet in zijn woordenboek voor, want hij wéét iets of hij weet het niet. De kans is groot dat je een reactie krijgt in de trant van ‘ik weet dat God bestaat’.

 

Het begrip ‘geloven’ is best lastig, en tegelijk is God heel veilig voor veel mensen met ASS. In de wereld waarin zij leven ervaren ze veel onveiligheid, omdat er plotseling veranderingen kunnen zijn. Dit vraagt veel energie en aanpassingsvermogen. Maar God verandert nooit! Hij is er altijd en je weet gewoon zeker dat Hij voor je zorgt. Dit geeft mensen met ASS een rotsvast vertrouwen in God.

Geloven is voor mensen met ASS zeker weten. ‘Ik weet zeker dat God bestaat’ en niet: ‘Ik geloof dat God bestaat’.

 

Vraag niet: ‘Wat heb jij aan je geloof?’ Wel: ‘Kun jij iets vertellen hoe jij zeker weet dat God voor jou zorgt?’

 

Prikkels, veranderingen en sociale contacten

Een kerkdienst bezoeken kan voor iemand met autisme veel onzekerheid en stress geven:

– Is het plekje waar ik altijd zit niet bezet?

– Wat kan ik zeggen tegen iemand die mij zomaar aanspreekt en vraagt ‘hoe gaat het?’ Die vraag is veel te moeilijk voor mij.

– De vele geluiden van mensen, muziek, beamer, stoelen die schuiven, geuren en voorwerpen zijn veel prikkels waar die verwerkt moeten worden.

– Wijzigingen in de liturgie vragen extra aanpassingen en kosten energie.