Dankzij medewerking van de CBB, de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden, is dit ervaringsverhaal ook in gesproken vorm beschikbaar.
Traplopen is riskant want Jan kan met een oog geen diepte zien. En als je geen diepte ziet, is het maar de vraag wat je nog kunt lezen als iets op afstand op een muur wordt gebeamd in de kerk. Jan Pijnaker is 65 en vanaf zijn geboorte slechtziend en vindt het dan ook mooi dat er in zijn kerkelijk gemeente besloten is om de liederen niet te projecteren: “Iedereen neemt gewoon de boekjes mee en ik mijn map met liederen in braille. Dat geeft het gevoel van samenzijn en eenheid, en voorkomt toestanden omdat de kerkelijke gemeente anders voor een enkeling het gebeamde moet vergroten en aanpassen totdat het leesbaar is.”
Jan laat weten dat hij en zijn vrouw wel drie zitplaatsen nodig hebben om ook de mappen een plekje te kunnen geven. “Maar dat is geen probleem, al zien bijvoorbeeld de kinderen wel dat het bij ons dus net even anders gaat dan bij een ander. Dan gaan ze nieuwsgierig met hun vingers over de papieren met braille en vragen ze hoe het komt dat we blind zijn.
Dat men vragen stelt is alleen maar goed. We staan er open voor om vragen te beantwoorden en hierover te vertellen. De ene kerkelijke gemeente is de andere niet maar door open te zijn en door informatie aan te bieden kunnen we drempels verlagen. Het is een ‘spel’ van vraag en aanbod”, lacht hij, “en het is goed om een aanspreekpunt binnen de gemeente aan te wijzen voor groepen mensen die buiten het gemiddelde vallen. Een soort ombudsman die veel vragen kan beantwoorden en de informatie beschikbaar heeft voor hen die het nodig hebben.”
De slechtziendheid van Jan is niet te verklaren. Twee van zijn broers zijn ook visueel beperkt en hebben daarbij motorische problemen. “Ik ben, impopulair gezegd, het minst slecht van ons drie”, vertelt hij, “Eén oog is donker en met de ander zie ik bij veel licht zo’n 14%. Vanaf onze geboortes zijn wij onderzocht maar er is geen verklaring gevonden voor de slechtziendheid.”
Hij volgde het speciaal onderwijs aan het blindeninstituut Sint Henricus in het Brabantse Grave van 1958-1972 in een kleine groep van zes leerlingen. “De groepjes hadden allemaal hetzelfde niveau wat betreft we wel/niet konden zien. Bovendien was er in de jaren 50 en 60 nog geen regulier onderwijs, waardoor je in je eigen woonplaats naar school zou kunnen. In ’72 kreeg ik een baan in de Bibliotheek Le Sage ten Broek waar ik acht jaar gewerkt heb. Ik verzorgde daar de verzending van de voor ons zo belangrijke gesproken boeken. In 1977 leerde ik mijn eerste vouw kennen (zij is overleden en ik ben nu getrouwd met Marga), trouwde met haar en heb 120 sollicitaties verstuurd voordat ik uiteindelijk bij Provincie Overijssel als telefonist -een gangbaar beroep voor ons- aan de slag kon. Bij elke sollicitatie heb ik aangegeven dat ik visueel beperkt was, zodat dat al een drempel kon wegnemen.”
Met zijn vrouw Marga zocht hij een kerkelijke gemeente waar zij zich beiden thuis zouden voelen. Ze zijn daarom een paar keer veranderd van kerk maar hebben hun plek gevonden in de Evangelisch Lutherse Gemeente te Zwolle. “In eerdere kerkelijke gemeenten ben ik penningmeester van de diaconie geweest. Mijn gezichtsbeperking was nooit een probleem. Ik kon het normale schrift met een loep lezen. Sinds twee jaar ben ik ook in deze gemeente actief als diaken en vanaf januari 2018 eveneens weer penningmeester geworden.
Tegenwoordig staan ons veel moderne middelen ter beschikking. Prettig maar we moeten onze apparaten altijd ‘open’ zetten. De batterij moet dus altijd vol zijn om de stukken te kunnen gebruiken. En als het veel stof is, vraagt het ook veel capaciteit. Daarom vind ik het fijn als men van te voren de stukken mailt, zodat ik er samenvattingen van kan maken”, zegt Jan. “Als ik iets lees in normale taal, kunnen dit maar beter rechte letters zijn, geen cursief gedrukte letters. En wit op zwart, of andersom, helpt om het goed te lezen.
Tegenwoordig zijn er programma’s die de tekst die in beeld komt, laten voorlezen. Door middel van een voice-over kan men ook alles volgen. Hoewel: de Bijbel is een mooi boek maar je moet het toch echt lezen, dan neem je het in je op. Of je nou wel of niet kunt zien. Als je de Bijbel alleen maar hoort, fladdert het weg.
Goede tip: de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden in Ermelo heeft heel veel op voorraad voor ons!”