Dankzij medewerking van de CBB, de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden, is dit ervaringsverhaal ook in gesproken vorm beschikbaar.
In 1970 kreeg Ronald Polderman een kamer in een studentenflat in het centrum van Amsterdam. Een medestudent raadde hem aan om eens naar de Dominicuskerk te gaan, een katholieke kerk waar een heel nieuwe liturgie was ingevoerd. Ronald vertelt: “Ik was erg enthousiast over de muziek en nog meer over de inspirerende preken. Na afloop van de kerkdienst bleven veel bezoekers nog een tijdje praten achter in de kerk, onder het genot van een kopje koffie. Er kwamen veel jonge mensen van mijn leeftijd en het leek wel of iedereen elkaar kende. Ik had het gevoel dat ik de enige was die niemand kende, al had ik er soms ook een leuk gesprek. Als je zo slechtziend bent als ik toen was, dan kun je wel zonder hulp je weg vinden, maar je herkent een volgende keer niet degene met wie je zo leuk hebt staan praten. Dus bleef het voor mij elke week afwachten wie er toevallig op mijn weg kwam.”
Toen Ronald Marianne leerde kennen, vertelde hij haar enthousiast over de Dominicuskerk en zij was vanaf de eerste keer net zo enthousiast als hem. “Maar ook samen voelden we ons bij het koffie drinken na de kerkdienst nog vaak een beetje buitenstaanders”, zegt Ronald. “Op een dag raakten we in gesprek met een vriendelijk, ouder echtpaar dat ons uitnodigde om voortaan samen met hen koffie te drinken. Zij bleken veel andere kerkbezoekers te kennen en via hen breidde onze kennissenkring snel uit, vooral toen we gingen deelnemen aan gespreksgroepen en gemeentebijeenkomsten die op weekavonden in de pastorie werden gehouden.
Wij meldden ons aan als vrijwilliger bij het jaarlijkse Open Huis op eerste kerstdag, waar we honderden boterhammen smeerden, maar ook honderden mensen ontmoetten, andere vrijwilligers en bezoekers. Ook werden we lid van het koor: één avond in de week repeteren en op zondag meezingen in de dienst. En ik was lid van enkele werkgroepen, o.a. van de pastorale werkgroep en van het koorbestuur.
Dat leverde me vanuit verschillende gezichtshoeken een kijkje op in ‘de keuken’ van de kerk. Soms leverde dat heerlijke geurtjes op, maar ook weleens een wrange smaak. Al met al betekenden al die activiteiten dat we steeds meer andere bezoekers leerden kennen en dat we ons steeds meer thuis voelden in onze Dominicuskerk. Als we nu op zondag na de kerkdienst koffie drinken achter in de kerk, voelen we ons opgenomen in de gemeenschap en komen er altijd wel mensen naar ons toe om even gedag te zeggen of een praatje te maken.
We voelen ons allang geen buitenstaanders meer in de Dominicuskerk; we voelen ons er thuis!”
NB Het echtpaar op de afbeelding is niet Ronald en Marianne.