Het gebruik van internettoepassingen in kerken neemt toe. Kerkdiensten zijn soms geheel online te beluisteren. De vraag dringt zich op hoe open een kerkelijke gemeente kan zijn. Waar ligt de grens tussen meelevendheid (of het bevredigen van nieuwsgierigheid) en het waarborgen van de privacy van de leden? Openheid naar elkaar is goed. Openheid mag echter niet ontaarden in schending van de privacy.
Een preek online beluisteren gebeurt veelal met toestemming van de dienstdoende predikant. Er zijn predikanten die zich tegen deze vorm van woordverkondiging verzetten. Dat mag, want bij de predikant berust het auteursrecht op zijn eigen preek.
Vaak kan online de hele dienst worden meegeluisterd. Ook het gebed. Hier komen we op een gevoelig terrein waar privacybelangen een rol spelen. Voorafgaand aan het grote gebed worden nogal eens de namen genoemd van gemeenteleden die in de voorbede zullen worden betrokken. Het is soms verontrustend wat je dan aan geheimenissen te horen krijgt. Er is niets mis mee om een ziekenhuisopname of een andere moeite te noemen, zonder in details te treden. Bij de afkondiging of in het gebed melding maken van spanningen binnen een huwelijk is echter een brug te ver als er namen worden genoemd. Het kan nog erger als de dominee meldt dat een bepaald gemeentelid zal worden opgenomen in een afkickkliniek. Dat is uiterst gevoelige en voor de betrokkene pijnlijke informatie die niet openbaar gemaakt behoort te worden, laat staan via internet verspreid dient te worden. In zo’n geval wordt onnodig de privacy geschonden
Kwetsbaar
Een zekere mate van openheid binnen de eigen vertrouwde gemeentelijke kring is een goede zaak. Je vormt met elkaar een gemeenschap. Maar we hoeven niet alles van elkaar te weten om mee te leven en elkaar in het gebed op te dragen. Intieme details van een opname of een andere moeite behoren niet op de kansel of in het kerkblad breed uitgemeten te worden. Laat staan via internet verspreid te worden. Het is goed om hier grenzen te stellen. Mensen die het moeilijk hebben, bevinden zich vaak al in een kwetsbare positie. Later heeft men er spijt van zo open te zijn geweest.
Ook de betrouwbaarheid van de ambten kan een rol spelen. Wat binnen het pastoraat in een context van vertrouwelijkheid wordt meegedeeld en besproken, dient in beginsel vertrouwelijk te blijven. Dat draagt bij aan het gevoel van veiligheid. Niemand hoeft gedetailleerd zijn problemen op tafel te leggen om te worden geaccepteerd. De gemeenschap met anderen is niet gebaat bij volledige openheid, maar bij het respecteren van elkaars gevoelens. Daar hoort het hanteren van de juiste grenzen bij.
Hier speelt ook het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer een rol. Dat recht wordt in onze samenleving steeds belangrijker. Aantasting van privacy kan mensen furieus maken en aanleiding geven tot gerechtelijke procedures. Ook de kerken krijgen hier steeds vaker mee te maken. Het is daarom niet om het even hoe kerken informatieverschaffing aan de leden vormgeven. Mogen namen zomaar worden genoemd of worden doorgegeven aan derden? Vragen waarover goed nagedacht moet worden en waarop beleid moet worden ontwikkeld.
Consequenties
De praktijk wijst uit dat –hoewel vaak achteraf– de besproken vormen van informatieverschaffing niet door ieder gemeentelid worden gewaardeerd. Sterker, er zijn gemeenteleden die op deze manier onbewust schade lijden omdat online vertrouwelijke informatie over hen beschikbaar komt. Dat wordt door hen als uiterst onwenselijk ervaren. En informatie is niet makkelijk van internet te verwijderen.
We weten allemaal dat er werkgevers zijn die informatie op het web verzamelen van sollicitanten en daar ook consequenties aan verbinden als die informatie negatief is. Er zal maar ergens online te zien of te beluisteren zijn dat je jaren geleden tijdens een kerkdienst bent afgelezen omdat je opgenomen bent geweest in een inrichting. Of dat je bij een ongeval ernstig letsel hebt opgelopen. Dat kan je vele jaren later nog worden nagedragen.
Over de spanning tussen pastoraat en meeleven enerzijds en privacy anderzijds moet dan ook goed worden nagedacht. De basisregel is dat ieder gemeentelid eigenaar is en blijft van de informatie over zijn persoon. Als hij of zij uit privacyoverwegingen niet vermeld wil worden in het kerkblad of niet uitvoerig in de voorbede opgenomen wil worden, moet dat worden gerespecteerd. Ook al kan er dan een scheef beeld ontstaan doordat de predikant de een wel en de ander niet in de voorbede noemt. Maar dat zullen we voor lief moeten nemen.
Uitstapjes
Moet je dan maar helemaal geen gebruik meer maken van een uitzendingen via internet? Zo ver wil ik niet gaan. Maar voorzichtigheid is hier wel geboden. Op zijn minst zou je met elkaar kunnen afspreken wat wel en wat niet online openbaar wordt gemaakt. Bij uitzending van de kerkdienst via het internet zou de kerkenraad ervoor kunnen kiezen dat alleen de eigen leden via een toegangscode de volledige eredienst kunnen beluisteren. Niet-leden die de preek online willen beluisteren, krijgen beperkte toegang zodat ze alleen het tekstgedeelte en aansluitend de preek zelf kunnen beluisteren. In zo’n geval is het uiteraard wel zaak dat de predikant tijdens de preek geen uitstapjes maakt en alsnog gevoelige informatie openbaart van gemeenteleden die ziek zijn of andere moeiten ervaren.
Gelukkig wordt dit beleid in de kerken langzaamaan gemeengoed. Er zijn al tal van gemeenten die met een toegangscode werken en zelfs een privacyreglement hebben. Zo hoort het. Want ook binnen de kerk spelen privacybelangen een niet meer weg te denken rol en dient het recht op de persoonlijke levenssfeer te worden gerespecteerd.
De auteur, mr. P. J. den Boef, is advocaat te Houten.
Bron: Reformatorisch Dagblad 01-12-2015