Inleiding
In veel kerkdiensten kan er met behulp van in de kerk geplaatste camera’s live worden uitgezonden en/of terug bekeken op internet. Door het beeld de boodschap nog beter over komen als mensen zien wat voor uitdrukkingen en gebaren een spreker gebruikt. Daar de videocamera’s ‘de ogen’ zijn van de kijkers is het belangrijk dat er daadwerkelijk beelden worden gemaakt/vastgelegd en daarnaast dat het voor de kijker ook prettig en aangenaam is om naar te kijken. Daarom deze korte handleiding voor het bedienen van een simpele camera als basis voor het vastleggen van goede beelden, die aangenaam zijn om naar te kijken.
Elke camera heeft een andere manier van bediening. Veelal zijn de basisknoppen/handelingen alvorens een opname te kunnen starten wel hetzelfde. Er volgt dan ook een beschrijving van de basisknoppen/bediening/handvatten en vaardigheden voor een goede opname middels een videocamera. Daarnaast wordt ingegaan op kadering en beeldkeuze.
Let op! de in het voorbeeld gebruikte afbeeldingen van de camera kunnen afwijkend zijn van de camera die u zelf gebruikt.
Het shot
De camera is het oog van de kijker. Waar de camera wordt neergezet, daar zet men de toeschouwer neer. De camera is de enige kans van de kijker om bij het gebeuren aanwezig te zijn. Dezelfde gebeurtenissen zijn op heel veel manieren in beeld te brengen. Elke manier heeft zijn eigen betekenis. Zo kan men voorstellen dat bepaalde gezichtsuitdrukking sterker naar voren komen en meer zeggen als het gezicht beeldvullend is dan dat het gezicht ver weg is en als alleen als vaag stipje is te zien.
Kaders
Wat brengen we in beeld? Bij mensen bijvoorbeeld: het hele figuur? Of alleen het hoofd? Kortom hoe kaderen we het shot? Bewegen mag! maar houdt dit wel beperkt. Voor elke kader bestaat een naam. Te onderscheiden zijn:
Belangrijkste functies camera
De belangrijkste functies van een camera zijn focus, zoom, diafragma, sluitertijd, witbalans. Om een kwalitatief goede opname te kunnen maken, is het belangrijk dat u weet wat deze inhouden.
Scherpstellen
Door de focus in te stellen bepaald u wat er scherp in beeld moet komen. Door een persoon of object scherp in beeld te brengen krijgt het de aandacht of de focus van de kijker. Scherpstellen kan op twee manieren; automatisch en handmatig.
De zoomfunctie
Met de zoomfunctie van de camera kunt u in- en uitzoomen. Zoomt u uit dan wordt de brandpuntafstand verkort en daarmee de opnamehoek vergoot (groothoeklens of wide angle). Zoom u in dan wordt de brandpuntafstand verlengd en daarmee de opnamehoek verkleind (Telelens).
Diafragma instellen
Zonder licht is er geen beeld. De hoeveelheid licht die door de lens op de ccd of cmos sensor van de camera valt, wordt bepaald door de grootte van de lensopening. De werking daarvan is te vergelijken met de iris van het oog. Een grotere lensopening laat meer licht toe dan een kleinere. De grootte van de lensopening is te veranderen door het diafragma aan te passen. Het diafragma wordt uitgedrukt in F-waarden oplopend van F1.6 tot F11. Des te lager de diafragmawaarde, hoe meer licht er wordt opgevangen.
Sluitertijd instellen
De sluitertijd of Shutter Speed bepaalt hoe lang een beeld wordt belicht. Een sluitertijd van 1/50 betekent dat iedere beeld één vijftigste van een seconde wordt belicht. Nederlandse televisies maken gebruik van het PAL-systeem. Dit betekent dat er of vijftig halfbeelden of 25 hele beelden per seconden worden getoond.
Witbalans instellen
Om ervoor te zorgen dat de opnames er hetzelfde uitzien als wat we met onze ogen waarnemen, moet de witbalans van de camera worden ingesteld. Vrijwel alle camera’s beschikken over een automatische witbalans voor binnen en buiten. Deze werkt doorgaans goed als de lichtsituatie niet verandert en er geen sprake is van menglicht. Als u in een kamer filmt met zowel kunstlicht als daglicht (menglicht), dan zal de automatische witbalans een gemiddelde waarde kiezen waardoor de kleuren er toch net even iets anders uit komen te zien.
Camerabewegingen: pan, tilt en still
Tilt is een verticale camerabeweging. Wanneer u een gebouw van onder tot boven opneemt, `tilt` u de camera. Een horizontale beweging heet Pan (panorama) en als u niet beweegt heet het een Still.
Vuistregels voor het bedienen van de camera tijdens de kerkdiensten
- Bij aanvang van de dienst en tijdens het zingen mag je heel rustig ‘pannen’. Pannen is, zoals genoemd, het horizontaal bewegen van de camera.
- Nooit ingezoomd pannen of gaan zoeken naar het volgende onderwerp.
- Als je wilt inzoomen; doe dat rustig en houdt je onderwerp steeds in beeld.
- Nooit op minder dan 10 mensen inzoomen. (Behalve op de predikant natuurlijk)
- Tijdens de collecte probeer je de vertrekkende diakenen te filmen en daarna een overzichtsbeeld. Probeer niet close een collectezak te volgen. Wordt rommelig.
- De predikant niet in beeld brengen tijdens het bidden. Ga naar een stilstaand beeld van bijvoorbeeld het bloemstuk.
- Als de predikant aan het woord is (preek, schriftlezing e.d.) inzoomen op hem. Zorg ervoor dat de ogen van de dominee op 2/3 hoogte van het beeld zit. (medium of close-up shot)
- Bij het uitspreken van de zegen moet de hele predikant in beeld zijn. Ook zijn vingertoppen. (medium-shot)
- Bij het avondmaal begin je met een overzichtsbeeld van het hele liturgisch centrum (de hele tafel, de ouderlingen en de predikant). De eerste vijf minuten zie je dan het hele gebeuren inclusief het komen en gaan van mensen. Na vijf minuten draai je langzaam bij en zoom je iets in naar het uitdelen van het brood door de predikant. Houdt daarbij steeds voldoende mensen in beeld. Dit beeld zet je vervolgens ook vijf minuten stil. Dan ga je naar de ouderlingen met het uitreiken van de bekers. Deze drie beelden (overzicht, uitdelen brood en aanreiken van de bekers) wissel je vervolgens af.
- Bij de belijdenisdienst en bevestiging van ambtsdragers zorg je dat tijdens het formulier lezen en vragenbeantwoording, en ook tijdens het persoonlijk toespreken na de dienst dat je steeds de predikant in beeld hebt met daarbij op de rug gezien twee of drie ‘betrokkenen’.
- Bij het weggaan van de mensen uit de kerk probeer je maar wat uit voor een volgende keer. Houdt bovenstaande regels daarbij wel in acht.
Overige informatie
Lees de door de leverancier meegeleverde gebruikershandleiding van de te gebruiken camera(apparatuur) goed door. Of zoek en/of download deze van www.gebruikershandleiding.com