Gods leiding en onze inbreng
Soms, wanneer we niet weten wat het beste is om te doen, mogen we God om advies vragen. Dat lijkt ook wel waarschijnlijk om te doen, want wie weet er nu beter wat goed voor ons is dan God?
In het eerste hoofdstuk van Richteren lezen we dat het volk Israël geen leider meer heeft. Jozua, de opvolger van Mozes, is overleden. Ze hebben de taak om het land in te nemen en vragen aan God om raad.
1 Na de dood van Jozua raadpleegden de Israëlieten de HEER: ‘Wie van ons moet als eerste de strijd aanbinden met de Kanaänieten?’ 2 De HEER antwoordde: ‘Juda moet als eerste oprukken; hun geef ik het land in handen.’ 3 Toen zeiden de Judeeërs tegen de stam Simeon, hun broeders: ‘Trek met ons op naar het grondgebied dat ons door het lot is toegewezen en bind samen met ons de strijd aan tegen de Kanaänieten. Daarna zullen wij op onze beurt met u meegaan naar het grondgebied dat u door het lot is toegewezen.’ Hierop ging Simeon met hen mee. Richteren 1:1-3 (NBV).