Groeien in fijngevoeligheid

Het eenwordingsproces tussen NGK en GKv krijgt steeds meer vorm en dat geeft verwondering. In het een worden is leren omgaan met het anders-zijn van elkaar een kernpunt, vindt Koert van Bekkum. ’Het is belangrijk om in het gesprek kwalificaties als ’conservatief’ en ’vooruitstrevend’ of ’gehoorzaam’ en ’ongehoorzaam aan de Schrift’ niet te gebruiken.’

 

Inmiddels krijgt dat proces op veel plekken vorm en wordt lokale samenwerking uitgebouwd. De predikantenopleidingen werden al samengevoegd. Mensen dachten en denken erover na hoe het nu verder moet. Deze weken vergaderen de Landelijke Vergadering (NGK) en de Generale Synode (GKv) over de voorstellen.

Afgelopen jaren is de verwondering over Gods genade niet verdwenen. Bij ouderen die nooit meer hadden gedacht dit te mogen meemaken, maar ook daar waar mensen samen uitdagingen voor de toekomst ter hand nemen. Een kerkelijke hereniging van gereformeerden in Nederland, hoe zeldzaam wil je het hebben? Tegelijk roept deze dynamiek vragen op, vooral naar de spankracht van beide kerkverbanden, van gemeenten en van gemeenteleden. De kerken krijgen te maken met een grotere diversiteit. Wat zijn goede manieren om elkaar respectvol op het leven naar Gods Woord aan te spreken?

 

Omdenken

Als de kerken ervan overtuigd zijn dat de Heer zelf hen ertoe roept samen op te trekken, moeten ze voorkomen dat gemeenten of gemeenteleden denken: ‘ze doen maar’. Of: ‘Als het zo moet, kunnen we niet anders dan eruit stappen’. Leren omgaan met het anders-zijn van elkaar is hierbij een kernpunt. Dat is ook geen wonder. Het goed houden met de buren is iets heel anders dan samen in een huis gaan wonen. Dan moet je samen meer lijnen uitzetten en schuurt het eerder.

Het is daarbij de kunst ook kritische vragen te ontvangen als een geschenk van de Heer. Een teken van Hem zelf dat met elkaar omgaan niet vanzelf gaat, maar dat het zelfverloochening vraagt om zo samen naar Hem toe te groeien. Misschien is dat even omdenken: het anders-zijn van de ander en de hobbels op de weg naar eenheid niet zien als praktisch probleem, maar als iets waar God zelf je voor stelt. Een opdracht om goed te luisteren: wat wil de Heer zelf mij in die ander zeggen? Wat mag ik leren?

 

Winst

Dat dit lastig én verrijkend is, ervoeren we afgelopen anderhalf jaar aan de Theologische Universiteit in Kampen bij de komst van de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding. De meeste nieuwe collega’s kenden elkaar al jaren. De integratie verloopt buitengewoon voorspoedig. Toch blijven er verschillen en momenten van onbehagen. Welke kerken heb je in beeld, als je op college een praktijkvoorbeeld bespreekt? Welke sfeer zetten we met z’n allen neer? Het daarover hebben is soms pijnlijk. Tegelijk ligt juist hier de grootste winst, omdat het helpt samen te groeien in fijngevoeligheid en het verbeteren van de opleiding.

Een ander voorbeeld van het belang om fijngevoeligheid te oefenen, is het hernieuwde gesprek over vrouw en ambt in de orthodox-gereformeerde kerken. Als in geding is wat de Bijbel precies zegt, komt het aan op opmerkzaamheid. Dan telt het tekstverband, maar net zo goed de kring waarin wijzelf de Bijbel lezen. Hoe spreekt de tekst in op de situatie van de eerste lezers? Hoe op die van mij en hoe op die van een ander? De antwoorden overlappen, maar vallen nooit samen.

Hoe God in het begin het onderscheid tussen man en vrouw bedoelde, vertelt Hij allereerst aan Israël. Het begin van Genesis en de oudtestamentische wetgeving over huwelijk en seksualiteit zijn daarom op elkaar afgestemd. Maar beide groepen teksten hebben ook ons iets te zeggen. Wie bij Adam en Eva direct denkt aan man en vrouw in onze gezinnen, vergist zich. Dit wordt allereerst gezegd tegen mannen en vrouwen en de hoofden van de grootfamilie die in Israël samen in een huis woonden. Zo bevatten ook Paulus’ brieven een waardevolle boodschap over de inrichting van de gemeente. Maar wat hij zegt, is allereerst gericht aan gemeenten die in een andere situatie verkeerden dan wij.

 

Sociale context

Onze westerse sociale context verschilt aanzienlijk met die van de Schrift. De Bijbel denkt vanuit grotere sociale eenheden en veronderstelt daarin doorgaans – ondanks opvallende uitzonderingen – een meer hiërarchische verhouding tussen de man en vrouw van de oudheid. Het is daarom van vitaal belang te letten op de beweging in de teksten ten opzichte van de context: is die beweging vooral bevestigend, of ook tegen-cultureel en transformerend? En hoe dan?

Genesis en Paulus leggen meer nadruk op de gelijkwaardigheid van man en vrouw dan in de culturele contexten van toen gebruikelijk was. Persoonlijk ben ik er daarom van overtuigd dat de Bijbel het hiërarchische onderscheid tussen man en vrouw wel veronderstelt, maar niet leert. In onze, heel andere, sociale context geeft dat ruimte de ambten open te stellen voor vrouwen. Misschien ligt dat zelfs in het verlengde van de beweging die de teksten zelf maken. Tegelijk kan ik ook begrijpen dat anderen dat anders zien. Het klopt niet als alle passages ineens zo worden gedraaid dat er in de Bijbel van een meer vooraanstaande plaats van de man helemaal geen sprake is.

 

Regionale verschillen

Hoezeer je eigen leefomgeving in de lezing van deze Bijbelteksten een rol speelt, merkte ik onlangs in contact met een bevriend stel uit de Verenigde Staten. Zij zijn ervan overtuigd dat vrouwen niet in een ambt mogen dienen. Ze waren in de regio Amsterdam komen wonen en zochten een orthodox-gereformeerde gemeente die bij hun overtuigingen past. Dat bleek niet eenvoudig. In alle meer stadse gemeenten van de Gereformeerde Bond, GKv, NGK en CGK bekleden vrouwen vooraanstaande posities in het gemeenteleven. Dat geeft te denken: blijkbaar vraagt de typisch Amsterdamse context hierom. Maar als dat zo is, geldt het omgekeerde ook: logisch dat elders in het land, waar de emancipatie van vrouwen andere vormen aanneemt, mensen dit anders doen en de Bijbel ook anders lezen.

Het voorbeeld van de regionale verschillen in de kwestie m/v en ambt illustreert hoe belangrijk het is in het gesprek kwalificaties als ‘gehoorzaam’ of ‘ongehoorzaam aan de Schrift’ of ‘vooruitstrevend’ en ‘conservatief’ niet te gebruiken. Stel elkaar eerst maar eens de vraag: ‘Hoe laten jullie je als gemeente in je eigen leefomgeving door de Heer gezeggen?’ Dat past ook beter bij de Bijbel zelf. God zelf spreekt in de Schrift tot mensen in heel uiteenlopende contexten. Precies daarom kan Hij ons vandaag ook allemaal in onze eigen situatie aanspreken: belovend, bemoedigend en corrigerend en tot eenheid in geloof. Als we elkaar zo ontmoeten, kan een hernieuwde ontmoeting van kerken echt iets betekenen in het versnipperde landschap van kerkelijk Nederland.

 

 

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit nummer 5 van magazine OnderWeg (29 februari 2020), een inspirerend magazine voor christenen die God en de kerk liefhebben en midden in het leven staan.