Eén in waarheid

Rond de kerk is het altijd spannend. Dat kan niet anders, want zij is de geliefde bruid van Jezus Christus. Over heel de wereld wordt zij bedreigd en verleid. Daar is niets aan te doen, beschouw het maar als een eer. Maar er is ook een spanning die we onszelf aandoen, bijvoorbeeld door verschillen van inzicht op de spits te drijven. Daar is weinig eervols aan.

 

Jezus heeft het duidelijk gesteld: je bent voor of tegen Hem. Daar gaat het om in alle tijden. Farizeeën zeiden eens hardop dat Hij van de duivel kwam. Zij waren tegen Hem. Mensen hoorden dat en neutraal blijven was voor hen de gemakkelijkste optie. Maar Jezus verhinderde dat: ‘Wie niet met Mij is, is tegen Mij’ (Matteüs 12:30). Een tussenweg gaf Hij niet. Wie neutraal wil blijven, verloochent Hem. Alleen wie duidelijk voor Hem is, met hart en ziel, rekent Hij bij zijn kudde, de kerk. Op die manier is de kerk altijd gemakkelijk herkenbaar: zij belijdt haar Heer en verlosser met liefde en volgt Hem in alles.

De leerlingen hadden het begrepen, dachten ze. Toch zouden ze nog in de fout gaan. Er was iemand die demonen uitdreef in de naam van Jezus maar hen niet volgde, daarom wilden ze het hem beletten. Maar Jezus zag dat anders. Wat er ook op die man was aan te merken, hij was niet tegen, maar voor Hem (Marcus 9:40). Ook dat was een leermoment. Iemand die Jezus belijdt als de messias en in zijn naam optreedt, maar nog niet alles goed ziet, mag je niet het etiket ‘tegen’ opplakken. Die man is voor Jezus, de Geest zorgt voor herkenning. Wie dat niet wil zien, zondigt tegen de heilige Geest. Jezus waarschuwde daarvoor: wat herkenbaar uit God is, mag je niet aan de duivel toeschrijven (Matteüs 12). Dat mag ook niet met een schijn van recht, zoals: die man doet iets fout, dus is hij niet gehoorzaam, dus is hij ontrouw, dus volgt hij Jezus niet. Met dat soort logica hoeven we bij de Heer niet aan te komen. Ieder die Jezus liefheeft en belijdt, hoort bij Hem en bij zijn kerk. Helder!

 

Eén in Jezus

Daarom belijden wij dat onze eenheid in Jezus is en in Jezus alleen. De kerk kent geen andere eenheid dan dat we voor Hem zijn, met hart en ziel, samen en persoonlijk. Anders gezegd: onze eenheid zullen wij nergens anders in vinden, niet in ons gevoel of onze gedachten, ook niet in onze standpunten over actuele zaken.

 

De Schrift leert ons dat gelovige mensen in hun gezindheid weliswaar één zijn, namelijk in de gezindheid van Christus, maar vandaaruit toch verschillend kunnen denken. Vandaar bij herhaling de apostolische oproep om elkaar te aanvaarden en eigen overtuigingen niet exclusief te maken. Ieder moet zo handelen dat hij in zijn geweten overtuigd is God oprecht te dienen. Bij verschil van inzicht moeten we elkaar daarvoor de ruimte geven en niet vervallen in lichtvaardige oordelen over elkaar. Het volmaakte komt nog. Tot die tijd geldt maar één maatstaf: je bent voor of tegen Jezus. Daar zit niets tussen. Wie voor Jezus is, is niet ineens tegen Hem als hij sommige teksten anders verstaat. Dat etiket ga je elkaar niet opplakken. In geweten kun je nog zo overtuigd zijn, maar als de ander dat ook is, komt het erop aan de Geest van Christus in elkaar te blijven herkennen.

In Korinte waren partijschappen ontstaan, waarover staat niet vermeld, wel hoezeer die de mensen verdeelden. Paulus stelt daarop de vraag of Christus verdeeld is. Alleen die vraag, niet minder en niet meer. Het antwoord is duidelijk, de toepassing ook. Prima dat je in eigen oog gelijk hebt, maar Christus is altijd groter dan jouw gelijk. Maak de eenheid in Hem niet kapot door meer eenheid te willen dan Hij hier en nu geeft.

 

Trouw

Soms verlaten mensen uit eigen beweging de gemeente die zij van God ontvingen. Als gereformeerden hebben we daar altijd tegen gewaarschuwd. De gezindheid van Christus houdt in dat je trouw bent, wie of wat er ook tegenvalt. Een kerk is geen winkel die je zelf uitzoekt, ze is als een moeder die je leven geeft door Geest en Woord. Bij brood en beker ontvangen en beloven wij diepe verbondenheid met God en met elkaar.

 

Maarten Luther had geen plan klaarliggen om de kerk te verlaten, terwijl hij toch ernstige punten van kritiek had. Hendrik de Cock was er niet op uit te breken met de Nederlands Hervormde Kerk, ook al zochten bezwaarde mensen bij hem hun toevlucht. Abraham Kuyper ontwierp zelfs een plan om beslist niet de kerk te verlaten, al zag hij dat de vrijzinnigheid veel te veel ruimte had gekregen. Klaas Schilder maakte zich niet vrij van een kerk, maar van dwingend opgelegde synodebesluiten, om op die manier in de kerk ruimte te houden voor de gereformeerde visie op verbond en doop. Zij allen wisten zich in de kerk één met het lichaam van Christus. Zij werden veroordeeld en verdreven, maar gingen niet uit zichzelf weg omdat ze te weinig eenheid ervoeren.

Het is iets van de laatste decennia dat we gereformeerde mensen dat wél zien doen, met – heel opmerkelijk – reformatie als argument. Maar dat klopt niet. Historisch gezien betekent reformatie dat je blijft om te werken aan herstel van de kerk. En principieel gezien gaat het om eenheid in waarheid. Niet een waarheid volgens eigen exclusief inzicht, maar de waarheid met alle heiligen die Jezus Christus belijden. Hij is de waarheid in eigen persoon (Johannes 14:6). Je kunt voor Hem zijn of tegen, een tussenweg is er niet. Je mag ook geen voorwaarden stellen. Je kunt niet voor Hem zijn onder voorwaarde dat je gelijk krijgt in een bepaalde zaak. Want dan zet je anderen, die niet tégen Hem zijn, toch weer op een afstand. Wie niet tegen Jezus is, is voor Hem, naar zijn eigen woord, ook al heb je onderling nog punten van verschil. Om opnieuw te doordenken en onbevangen toe te passen.

 

 

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit magazine OnderWeg, een inspirerend magazine voor christenen die God en de kerk liefhebben en midden in het leven staan.