Vergrijzing levert dilemma’s op. Kijk maar naar de nationale discussie over voltooid leven en waardig ouder worden. Er is veel eenzaamheid en ouderen voelen zich maar al te vaak overbodig of tot last voor de samenleving. Laten we vooral het positieve van ouderdom benadrukken. De levenservaring van ouderen mag op meer terreinen gaan meetellen. Zet ze in de spotlights!
Platteland
Ouderenbeleid gaat vaak over eenzaamheid. Speelt dat thema wel in hechte plattelandsgemeenten? Die hechte gemeenschap is er meestal wel, maar het platteland heeft ook een andere kant. Wanneer iedereen elkaar kent, kan het des te moeilijker zijn om eenzaamheid bespreekbaar te maken. Daardoor is er ook op het platteland veel verborgen eenzaamheid.
Daarbij is het onmogelijk om in alle kleine kernen hetzelfde voorzieningenniveau in stand te houden. Kinderen trekken vaak weg naar de stad. En als een partner in een verzorgingstehuis komt, betekent dit al snel een grote reisafstand voor de ander. Bovendien is het openbaar vervoer minder goed ontwikkeld dan in stedelijk gebied. Dat vergroot de kans dat iemands netwerk op latere leeftijd uit elkaar valt. Maatschappelijke organisaties zijn duidelijk relevant bij ouderenproblematiek, zowel in de stad als op het platteland.
Waardig ouder worden
De rol die het manifest Waardig ouder worden van de Christen Unie heeft gespeeld is een goed voorbeeld: de nationale trend van het aantal euthanasiegevallen (in 2018 voor het eerst gedaald) lijkt eindelijk te zijn omgebogen. Als je de waarde van ouderdom erkent, maakt dat dus echt verschil. Daarbij is de rol van de overheid overigens bescheiden: signaleren en regisseren.
Lokaal kan het manifest Waardig ouder worden vertaald worden door dezelfde taal te gebruiken. waarmee je laat zien waar het vandaan komt. De Christen Unie heeft hierop niet het alleenrecht, maar de gemeentelijke CU-bestuurders kunnen dit thema wel trekken.
WMO en ouderenbeleid
Een uitgangspunt in de Wmo is dat eerst de eigen kracht en het sociale netwerk worden aangesproken, voordat een beroep wordt gedaan op de overheid. Wat mag de overheid verwachten van familieleden (mantelzorg), de kerk, buren en vrijwilligers bij de ondersteuning van ouderen? Ouderenbeleid gaat volgens dezelfde principes die gelden in het hele sociaal domein. Bij een signaal van eenzaamheid wordt eerst een beroep gedaan op de eigen kracht en het eigen netwerk van de oudere. Pas daarna komt de overheid in beeld. Dat is niet om burgers te pesten: als burgers er zelf of met hun netwerk uit komen, is dat uiteindelijk op lange termijn een effectievere oplossing dan een interventie van de overheid.
De keerzijdes van deze aanpak zijn er echter ook. Bij het bezoek van Wmo-consulenten stoppen sommige ouderen hun familiefoto’s weg omdat ze denken dat ze anders geen zorg krijgen. Dat is echt niet nodig: de overheid blijft een schild voor de zwakken. Als er echt nood is neemt de overheid actie en mag dat best wat kosten.
Gemeentelijke overheid
De gemeentelijke overheid kan eenzaamheid niet oplossen, maar heeft een procesrol. Ze agendeert, legt verbindingen, brengt partijen bij elkaar en begeleidt de zoektocht naar oplossingen. Bewustwording van wat er is aan activiteiten, maatjesprojecten of ontmoetingsplekken is ook al een belangrijke stap. Als mensen de weg weten te vinden naar die voorzieningen, is dat winst. En mocht blijken dat een voorziening ontbreekt, bijvoorbeeld een ontmoetingsplek voor ouderen, dan kan de overheid daarvoor de portemonnee trekken. Maar sociale problematiek is uiteindelijk niet maakbaar met actieplannen.
Paul Schnabel, voorzitter van de Adviescommissie Voltooid Leven, heeft gezegd dat een gevoel van ‘voltooid leven’ kan samenhangen met eenzaamheid en beperkte sociale contacten. We moeten voorkomen dat het komt tot een doodswens. Dat moet lokaal gebeuren, daar wordt eenzaamheid immers concreet. Eenzaamheid gaat over onszelf en onze buren. Daarbij past ook een moreel beroep op de samenleving. Het is de taak van de overheid om mensen bewust te maken van de eenzaamheid in hun directe omgeving. We moeten meer om ons heen gaan kijken.
Eenzaamheid
De landelijke ChristenUnie vroeg in 2015 aandacht voor vrijwilligersnetwerken die zingevingsvragen van ouderen oppakken. Met elke euro die daarin wordt gestoken zou volgens een onderzoek 1,40-1,60 euro worden bespaard op zorgkosten. Kerken en culturele instanties kunnen hierbij betrokken worden om zingevingsvragen bespreekbaar te maken.
Wat mag de overheid vragen van buren of familie, bijvoorbeeld een verplichting tot burenbezoek of mantelzorg? Sommige mensen hebben echt geen netwerk, maar er zijn wel altijd buren, zelfs al woon je op een boerderij. Buren kunnen op zijn minst regelmatig controleren of het licht bij de ander nog aan en uit gaat. Bel even aan als je jouw buren een tijdje niet hebt gezien. Kleine contactmomenten kunnen een groot verschil maken.
Er is veel schaamte over eenzaamheid; niemand steekt graag zijn vinger op met de melding “Ik ben eenzaam”. Gevoelens van eenzaamheid beperken zich ook niet tot één duidelijk aanwijsbare groep: zowel ouderen als jongeren kunnen eenzaam zijn. We hebben elkaar dus hard nodig om eenzaamheid te signaleren en er vervolgens ook iets aan te doen.
Overigens heb je zelf ook een eigen verantwoordelijkheid. Bouw, als je daartoe in staat bent, een netwerk op waarop je eventueel een beroep kunt doen. Heb je een beperking, dan kan de overheid helpen bij het aangaan van sociale contacten. Bewonersinitiatieven zijn mooi, maar waar voorzieningen niet vanzelf tot stand komen, moet de overheid helpen ze te creëren. Ontmoeting is namelijk cruciaal. Vooral in dorpen geldt dat als je niet bent aangesloten bij lokale sociale netwerken, dan voel je je al snel buitengesloten. En als iemand sociaal niet kan meekomen, is het oordeel van de omgeving vaak hard.
Zingeving
Vrijwilligersorganisaties als Stichting Present zijn als een laatste strohalm voor mensen zonder netwerk, geld of gezondheid. Je maakt in zulke situaties echt het verschil. Ook sport- en culturele verenigingen spelen een aanvullende rol. Maar los van organisaties: ook mensen, alleen of gezamenlijk, die opstaan in hun eigen wijk. Bovendien zijn ook kerken steeds meer gericht op het van betekenis zijn in de samenleving. Vrijwilligers zijn het goud van onze samenleving: mensen willen van betekenis zijn voor de ander en zoeken zingeving in vrijwilligerswerk.
Ontmoeting is belangrijk, daar moet je niet op bezuinigen Een sterke samenleving is een samenleving met sociale cohesie. Kerken, bibliotheken, buurt- en dorpshuizen, sportverenigingen vervullen een belangrijke sociale functie. In de openbare ruimte kun je ontmoeting stimuleren door het plaatsen van bankjes, speeltuinen en voldoende openbaar groen. Toegankelijkheid van de openbare ruimte kan verbeterd worden door het waarborgen van veiligheid en uitstraling (minder “obstakels”, ruimte voor voetgangers en fietsers, vergroening en terugdringing van geparkeerde auto’s). Zo verlagen we de drempel voor ouderen om de stap naar buiten te nemen en sociale contacten te onderhouden. Want de aanpak van eenzaamheid begint bij ontmoeting.
De inhoud van deze pagina is een samenvatting van het artikel ‘De overheid gaat eenzaamheid niet oplossen’, geschreven door Laurens Wijmenga en Lambert Pasterkamp, gepubliceerd in ‘Groen’, jaargang 3, nr. 2, juni 2019. Klik hier om het volledige artikel te lezen.