ga naar dag 1 ga naar dag 2 ga naar dag 3
Dag 1: Hoe Mefiboseth gehandicapt werd
Gesprek
- Weet je hoe het komt dat jij een beperking hebt?
- Hoe vind je dat je dat hebt?
Bijbelverhaal uit 2 Samuël 4:4 en 9:3-8
Mefiboseth had hele vreemde voeten. Weet je hoe dat kwam?
Toen hij nog een jongen van 5 jaar was, kreeg hij een ongeluk.
Op een dag was Mefiboseth bij zijn oppas. Hij was lekker aan het spelen, maar ineens pakte zijn oppas hem ruw op. “Kom, we moeten heel snel weg, Mefi”, zei ze. “Er is iets heel ergs gebeurd, daarom moeten wij nu een veilige plek zoeken.”
Ze tilde Mefiboseth op en rende zo snel ze kon weg. Maar toen ineens struikelde ze. BAM!
Daar lagen Mefiboseth en zijn oppas op de grond. Mefiboseth moest hard huilen. Hij probeerde weer op te staan, maar het lukte hem niet! De oppas tilde Mefiboseth dus snel weer op en ze rende snel naar een veilige plek.
Maar Mefiboseth kon écht niet meer staan. Zijn voeten waren op heel veel plekken gebroken. Er waren in die tijd niet zulke knappe dokters als wij dat hebben. Gelukkig genazen zijn voeten wel een beetje, maar Mefiboseth kon zijn leven lang niet meer goed lopen. Hij had een stok en strompelde om vooruit te komen. Gelukkig had hij een ezel. Daar kon hij op rijden als hij op reis moest. Maar hij had altijd pijn.
Toen Mefiboseth een man was, kon hij niet goed werken omdat hij een beperking had. Hij had altijd zorg van anderen nodig. Daarom voelde Mefiboseth zich vaak erg onbelangrijk.
Gesprek
- Heb je wel eens met krukken gelopen?
- Hoe vond je dat?
- Waarom voelde Mefiboseth zich onbelangrijk?
Dag 2: ‘Jezus is God in een beperkt lichaam’
Geloof jij dat God alles kan? Ik wel!
Geloof jij dat Jezus alles kan? Dat vind ik een moeilijke vraag.
Jezus werd als een kleine baby geboren. Wat denk je, kon Jezus alles, toen Hij een baby was?
Ik denk het niet. Jezus kon nog niet lopen. Hij kon nog niet praten. Dat moest Hij allemaal leren.
De vader en moeder van Jezus gaven hem eten. Dat kon Hij niet zelf klaarmaken of eten. Jezus kon dus niet alles.
Misschien weet je het wel: Jezus was mens én God tegelijk.
Toen Jezus groot was geworden, deed Hij wonderen. Dat kon Hij omdat Hij God was.
Maar Hij had een gewoon lichaam, net als ieder ander mens. Hij werd verkouden, Hij was wel eens moe. Hij kon vast wel voetballen, maar Hij was vast niet de beste voetballer die er was.
Jezus had een gewoon lichaam. Hij had soms pijn en hij moest ook slapen. Hij kon niet alles met Zijn lichaam.
Maar dat veranderde! Toen Jezus uit het graf kwam, had Hij een nieuw lichaam. Daar kon Hij wél alles mee. Hij kon zomaar in een huis komen, zonder de deur open te doen.
Jij hebt net als iedereen een lichaam. Misschien heb je wel een beperking en kun je niet alles.
Jij hebt hulp nodig van andere mensen.
Dat vind je vast niet altijd fijn. Je hebt wel eens pijn. En je kunt niet alles doen wat je wil.
Maar weet je, ook jij krijgt een nieuw lichaam. Als Jezus op de aarde terugkomt, krijg jij een perfect lichaam. Dan heb je geen beperking of pijn meer.
Net als Jezus toen Hij uit de dood was opgestaan.
Nu kan je lang niet alles. Nu ben je soms verdrietig.
Maar hou vol! Ook jij krijgt een nieuw lichaam. Écht waar!
Gebed
Bid voor mensen die pijn hebben en voor mensen die een beperking hebben. Je mag ook voor jezelf bidden of je goed met jouw beperking om kan gaan.
Dag 3: Ik ben welkom!
Deze week heb je Mefiboseth leren kennen. Hij was gehandicapt en kon niet goed lopen. Het tweede verhaal ging over Jezus. Ook Hij kon niet alles met Zijn lichaam. Ieder mens op deze aarde heeft een beperking, net als jij.
Je kunt luisteren naar een lied over Mefiboseth of een stukje film uit het leven van Jezus bekijken, waarin je kunt zien dat Jezus een nieuw lichaam heeft.