Hofstad Catechismus – Vraag 44 en 45

Wat is de doop?

 

De doop is het wassen met water in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest; het verbeeldt en verzegelt onze adoptie in Christus, onze reiniging van de zonde en onze toewijding om toe te behoren aan onze Heer en Zijn kerk.

 

Romeinen 6: 4
We zijn door de doop in zijn dood met hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden.

 

Wordt met de doop met water ook de zonde zelf weggewassen?

 

Nee, alleen het bloed van Christus en de vernieuwing door de Heilige Geest kan ons schoonwassen van onze zonde.

 

Lukas 3: 16
(Johannes de Doper:) Ik doop jullie met water, maar er komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om de riemen van zijn sandalen los te maken. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur.

 

1. Intro

Denk allen een tijdje na over wat de doop voor je betekent. Maak een rondje waarbij iedereen dat kort vertelt.

2. Filmintro

Bekijk de filmpjes. Daarna is er kort gelegenheid iets te noemen uit het filmpje dat je geraakt heeft.

 

 

 

 

 

3. Verwerking

A. Bijbelstudie Romeinen 6: 1-14

Lees samen dit Bijbelgedeelte.
Neem vervolgens een periode van 5 minuten waarin ieder voor zichzelf één gedachte uit dit gedeelte kiest dat hem of haar geraakt heeft of aanspreekt.
Daarna noemt ieder dat punt.
Bespreek daarna samen wat er naar voren gekomen is.
Ter aanvulling zou je ook nog de volgende gedachten in de bespreking kunnen betrekken:

  • De doop heeft twee kanten: ‘ik ben verlost van m’n zonden’, en ‘ik krijg door de Geest een nieuw leven’. Hoe spelen deze twee kanten in dit Bijbelgedeelte? Hoe spelen ze in jou leven?
    Iemand beschreef die twee kanten als de twee helften van een schaar: met een helft kun je niet knippen.
  • De symboliek van begraven worden en opstaan uit de dood komt meer uit de verf bij een doop door onderdompeling, dan bij een doop door besprenkeling. Vind je de wijze waarop de doop uitgevoerd wordt veel uitmaken?

B. geloofsdoop of verbondsdoop

Weinig zaken die christenen zo verdelen als de visie op de doop: is de doop alleen bedoeld voor gelovigen, of kun je ook hun kleine kinderen dopen? Soms blijkt een verschil van mening met betrekking tot de doop nauwelijks invloed te hebben op de eenheid in geloof die je ervaart, maar soms blijkt het ook het puntje van een ijsberg, en zit er een totaal andere manier van Bijbellezen en een heel andere spiritualiteit onder.

  • Bespreek op welke manier je hierin staat. Is het voor jou een moeilijk punt? Vind je het veel verschil maken?
  • Vervolgens bespreken we drie vragen die van belang zijn in vragen rond geloofs- en verbondsdoop.

Bespreek steeds hoe je er zelf inzit, en of je herkent dat deze vragen een rol spelen in gespreken over de doop van kleine kinderen.

  1. Eén verbond of twee verbonden?
    Kun je zeggen dat wij in het verbond met Abraham zijn opgenomen, of heb je enerzijds het verbond met Israël (bloedband, volk, lid door geboorte) en anderzijds het verbond met de kerk (geloofsband, lid door geloofskeuze).
  2. Horen de kinderen erbij?
    In het Oude Testament hoorden de kinderen duidelijk bij Gods volk (zie bijv. Genesis 17). Is dat in het Nieuwe Testament ook zo, of hoor je pas bij Jezus en bij de kerk als je gelooft en gedoopt bent.
  3. Is de doop een teken van geloof of van het verbond?
    Is de doop vooral een teken van jouw geloofskeus, en moet je daar dus zelfstandig voor kunnen kiezen, of is de doop vooral een teken van Gods keus, die aan onze keus vooraf gaat. Komt vooral ons geloof tot uiting of vooral Gods belofte en zijn trouw.

C. Gesprekspunten

  • Wat beeldt de doop uit? Benoem zo veel mogelijk aspecten.
  • Maakt het volgens jou verschil of de doop uitgevoerd wordt door besprenkeling of onderdompeling?
  • Bespreek de verschillen tussen de geloofsdoop (aan volwassenen die hun geloof belijden) en de verbondsdoop (aan mensen die tot geloof komen en aan de kinderen aan de pasgeboren kinderen van gelovige ouders.
  • Wat vind je van de stelling: eens gedoopt, altijd gedoopt.
  • Soms wordt gezegd: God heeft wel kinderen, maar geen kleinkinderen. Snap je wat daarmee bedoeld wordt? Ben je het daarmee eens?
  • Van Luther is bekend dat hij als hij werd aangevochten in zijn geloof veel steun had aan de gedachte aan z’n doop. Hoe ligt dat bij jou? Kun je je er iets bij voorstellen?
  • Als ouders vooral uit traditie hun kinderen laten dopen, is het dan nog wel een echte doop?
  • Spoort de doop jou aan tot een beter leven? Zo ja, hoe dan?

4. Gebed

(suggesties voor gebedsvormen)

  1. Zoek in je kerkboek (of via: http://www.gkv.nl/geloven/formulieren/ ) de gebeden op die voor en na de doop gebeden worden. Bespreek samen welke elementen uit die gebeden je nu op jezelf toe kunt passen. Schrijf een gebed waarin die elementen een plaats krijgen en spreek dat uit.
  2. De doop gaat over: a) afwassing van zonde b) opgenomen worden in de gemeente c) door de Geest een nieuw leven beginnen. Bespreek dat ik tweetallen, en bidt vervolgens voor elkaar.

Achtergrondmateriaal

(bedoeld voor degene die de avond voorbereidt, en voor wie zich er wat extra in willen verdiepen)

Kun je alleen dopen op geloof (geloofsdoop) of is de doop voor gelovigen en hun kinderen (verbondsdoop)? Hoe je denkt over de kinderdoop hangt sterk af van je visie op de verhouding tussen het oude- en nieuwe verbond.
De volgende twee schema’s brengen het verschil in beeld:

 

Schema 1:

 

Oude Testament

Wie in Israël geboren werd was daarmee ook lid van Gods volk. Kinderen ook.
Je werd dus lid door geboorte; het oude verbond was ‘vleselijk’

De besnijdenis was daarvan het teken. Daarom gold de besnijdenis ook voor kinderen.

Nieuwe Testament

Wie gelooft en wedergeboren wordt, wordt lid van Gods gemeente. Kleine kinderen dus niet.

Je wordt dus lid door wedergeboorte. Dit verbond is ‘geestelijk’.

De doop is daarvan het teken dus de doop is alleen voor volwassenen, die geloven

Schema 2:

 

Oude Testament

God sloot zijn verbond met Abraham en met zijn kinderen.

Ook het verbond met Abraham was geestelijk, want Abraham moest geloven in Gods belofte

Besnijdenis is het teken dat God gaf in het oude verbond. Deze gold voor de gelovigen en hun kinderen.

Nieuwe Testament

God sloot zijn verbond met de gelovigen en met hun kinderen.

Dit verbond is dus ook geestelijk,
want we moeten geloven in Gods beloften

De doop is het teken dat God geeft van het nieuwe verbond. De doop is dus voor gelovigen en hun kinderen.

Volgens de gereformeerde traditie is schema 2 een weergave van de Bijbelse lijn. Je ziet in het Nieuwe Testament dat de lijn van Abraham doorgetrokken wordt. Wie gelooft is kind van Abraham; en ook bij Abraham ging het om een geestelijke zaak: Abraham geloofde in God, en daarom werd hij door God gerechtvaardigd, de besnijdenis was geen teken van een ‘vleselijk verbond’, maar was Gods garantie van de beloften waar Abraham in geloofde (vgl Genesis 15: 3-6 met Romeinen 4: 8-12). Het is daarom logisch om de lijn te trekken van de besnijdenis (ook van kinderen) naar de doop (ook van kinderen).

 
Conclusies:
Tegen de achtergrond van het Oude Testament is het niet verwonderlijk dat het Nieuwe Testament nergens een uitdrukkelijk bevel geeft om ook kinderen te dopen. Tegen deze achtergrond wordt ook duidelijk waarom we verschillende keren lezen dat iemand gedoopt werd met geheel zijn huis (Handelingen 16: 15 en 31v ; 1 Korintiërs 1:16)

 

  • Zo wordt ook duidelijk dat Jezus kan zeggen van de kinderen van zijn volk: laat ze tot Mij komen, want voor hun is mijn Koninkrijk. (Lukas 18:15-17; Markus 10:10-13)
  • Als Petrus op de pinksterdag zegt: “want voor u (die geloven namelijk) is de belofte en voor uw kinderen” dan sluit hij zich direct aan bij de belofte die de Here aan Abraham gaf, en die elke Israëliet kende (zie Handelingen 2: 38v).
  • Ook Paulus trekt de lijn van besnijdenis naar de doop, als hij in Kolossenzen 2: 11 de doop de Christus-besnijdenis noemt.