Met welke houding moeten we bidden?
Met liefde, volharding en dankbaarheid; in nederige gehoorzaamheid aan Gods wil, wetend dat Hij ter wille van Christus onze gebeden altijd verhoort. |
Filippenzen 4: 6 Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank hem in al uw gebeden. |
1. Intro
Denk allemaal even na over de volgende vraag: wat is jouw ervaring met gebedsverhoring?
Maak nu een rondje waarbij ieder daar kort iets over vertelt.
2. Filmintro
Bekijk het filmpje. Daarna is er kort gelegenheid voor hen die iets willen noemen uit het filmpje dat hem of haar geraakt heeft.
3. Verwerking
A.Twee manieren van bidden
Verdeel de groep in drieën. Elk groepje neemt één van de volgende teksten:
- 1 Koningen 18: 26-29 en 36-39
- Matteüs 6: 7-9
- Filippenzen 4: 6-7
Lees de tekst en bespreek de volgende vragen:
- Wat leer je in dit gedeelte over de houding waarmee je moet bidden?
- In dit gedeelte worden twee gebedshoudingen tegenover elkaar gezet. Wat is het verschil?
- Vertel tegen deze achtergrond iets over je eigen gebedshouding.
Na een minuut of tien komt de hele groep weer bij elkaar waarbij elk groepje kort uitlegt waar de tekst die zij bekeken hebben over ging, en wat ze ervan geleerd hebben.
B. Gebed en verhoring
Lees eerst samen vraag en antwoord 129 van de Catechismus:
vraag: Wat betekent het woord: Amen?
antwoord: Amen wil zeggen: Het is waar en zeker.
Want God heeft mijn gebed veel stelliger verhoord, dan ik in mijn hart voel dat ik dit van Hem begeer.
Bespreek kort wat dit antwoord oproept. In het vervolg gaan we een korte Bijbelstudie doen, om meer zicht te krijgen op wat de Bijbel zegt over gebedsverhoring.
Vorm groepjes van 3 personen. Elk groepje zoekt achtereenvolgens de volgende teksten op, en bespreekt wat die teksten zeggen over gebedsverhoring.
- 1 Johannes 5: 14-15
- Johannes 15: 7-8
- Hebreeën 11: 6
- Jakobus 1: 5-8
- Lukas 11: 9-13
Elk groepje formuleert nu op basis van de bespreking drie stellingen over gebedsverhoring.
Na ongeveer 20 minuten komt de hele groep weer samen en presenteren de kleine groepjes hun stellingen.
C. Gesprekspunten
- Als je in twee woorden je relatie met God zou moeten karakteriseren, welke woorden zouden dat dan zijn?
- Wissel met elkaar uit: hoe zorg je voor de juiste omstandigheden als je wilt bidden?
- Welke gebedshoudingen (knielen; handen samen, enz) gebruik je? Wat is het effect?
- Heeft het zin te bidden als God toch precies dat doet dat volgens zijn wil is?
- Wil je slagen voor je examen, dan heeft extra tijd steken in leren meer effect dan tijd nemen om te bidden voor een goede uitslag. Waar of niet?
- Iemand zei eens: als God een gemene grap met ons uit zou willen halen, zou hij al onze gebeden moeten verhoren. Is dat zo?
- Wat hebben gebed en discipline met elkaar te maken. Vertel wat dat betreft eens iets over je eigen gebedsleven.
- Wat zou er in jouw leven veranderen als je niet meer zou bidden?
- God is je Vader in de hemel, wat betekent dit voor de verhoring van je gebed?
- Over bidden moet je niet teveel praten, dat moet je doen. Ben je het daarmee eens, dan snel door naar het volgende punt.
4. Gebed
(suggesties voor gebedsvormen)
- Spreek af dat er eerst 5 minuten stilte zal zijn, waarin ieder zelf God kan zoeken in de stilte. Daarna zegt degene die de leiding heeft ‘Heer wij bidden U ook….’, en dan bidt je samen het Onze Vader.
- Vorm twee of drietallen. Vertel elkaar hoe je gebedspraktijk is en op welke punten je daarin zou willen veranderen en groeien. Bidt nu voor elkaar.
Achtergrondmateriaal
(bedoeld voor degene die de avond voorbereidt, en voor wie zich er wat extra in willen verdiepen)
- New City Catechismus Vraag & Antwoord 39
- Lees ook zondag 46 van de Heidelberger Catechismus
- Twee manieren van bidden: (uit: Jasper Klapwijk, Basics van de Bijbel, p.182-184)
Je kunt op allerlei manieren bidden, maar ik wil voor de overzichtelijkheid twee manieren van bidden onderscheiden.
De eerste manier zou ik bidden vanuit jezelf willen noemen. Dat zijn gebeden waarbij jij aan God vraagt om te doen wat jij wilt. Je bent bijvoorbeeld ziek en wilt genezing, of je begint aan een grote klus en je vraagt God of Hij je daarbij wil zegenen. Je hoopt dat God je wensen vervult. Verder denk je: hoe vaker ik dit vraag, en hoe meer mensen met mij mee bidden hoe meer kans ik maak dat God mijn gebed inderdaad verhoort. En verhoort God uiteindelijk je gebed, dan bedank je Hem daarvoor, tenzij je het vergeet.
In een schema ziet deze manier van bidden er zo uit:De tweede manier van bidden noem ik bidden vanuit dat wat God voor je deed. Dat is een gebed waarbij de basis is dat je gelooft dat God zo eindeloos van je hield dat Hij uit pure genade zijn eigen Zoon voor je overhad. Hij heeft zijn liefde aan jou al bewezen. Hij is nu je Vader en je gelooft dat Hij van je houdt en voor je zorgt. Bidden is praten met die Vader. Dat begint bij het uiten van je dankbaarheid en bewondering voor Hem. Verder bid je voor zijn Koninkrijk en vraag je of Hij je wil inzetten voor zijn zaak. Je vertelt hem van je wensen en verlangens, en je vertrouwt erop dat Hij je zal geven wat goed is.
In een schema ziet deze manier van bidden er zo uit:
In een schemaatje:
Bidden vanuit jezelf
- Het draait om jouw zaken
- Je wilt dat gebeurt wat jij wenst
- De toon van je gebed is drammerig
- Je bent dankbaar als je krijgt wat je vraagt
- Je probeert God te beïnvloeden
- Hoe vaker het gebed herhaald wordt en hoe meer mensen bidden hoe beter
- Je brengt vooral dat wat je zelf wilt naar voren, en hebt het gevoel vaak niet verhoord te worden.
Bidden vanuit dat wat God voor je deed
- Het draait om Gods Koninkrijk
- Je zegt: laat uw wil gebeuren
- De toon van je gebed is vol vertrouwen
- Je bent bij voorbaat dankbaar
- Je laat God jou beïnvloeden
- Een eenvoudig en kort gebed is genoeg
- Je zoekt Gods wil en beroept je op zijn beloften, en merkt dat je gebed verhoord wordt.
- Gebed en verhoring
Het gaat in de Bijbel vaak over gebed en verhoring. Soms wordt expliciet toegezegd dat een bepaalde manier van bidden verhoord zal worden:
- Bidden in Jezus ‘naam (Johannes 16,22-27; Johannes 15,16, enz ) Jezus belooft zijn discipelen dat een gebed in zijn naam altijd verhoord wordt. Om dat te begrijpen moet je weten dat wie in Jezus’ naam bidt volledig aansluit bij wie Jezus is en wat Hij wil.
- Bidden naar Gods wil (1 Johannes 5: 13-15) Als jouw gebed spoort met Gods wil, dan kun je absoluut zeker zijn van verhoring. Zoek dus in je gebed aansluiting bij Gods plannen en bij zijn wil. Dat is tegelijk ook goed voor jezelf.
- Bidden in geloof (Matteüs 21: 18-22) Wordt hier verhoring afhankelijk gemaakt van de grootte of kwaliteit van ons geloof? Nee, dat is nooit de bijbelse lijn (vgl Lukas 17:5-6; Marcus 9:24). Jezus leert zijn discipelen dat bij vertrouwen op Hem het onmogelijk geachte mogelijk kan worden. Die les hebben ze ook hard nodig in de situatie dat de weerstand tegen Jezus groeit en het Koninkrijk verder weg lijkt dan ooit.
- Bidden tot vader (Matteüs 7: 7-11; Lukas 11: 9-13) Zoals een vader een kleuter nooit alles geeft wat die kleuter wil of vraagt, maar alleen het goede. Zo nog veel meer doet onze hemelse Vader ons. En daarbij is de kern van het goede dat Hij ons geeft dat Hij ons altijd op onze bede zichzelf, zijn Heilige Geest wil geven. Laat je gebed een antwoord aan Jezus zijn. Pleit op wat beloofd is (zelfgericht bidden wordt niet verhoord). Geloof dat Hij meer kan doen dan jij bidt of verwacht. En besef altijd: ook al ervaar je niet altijd Gods verhoring, je mag geloven dat Hij als een goede en liefdevolle Vader naar je luistert.