Soms maakt wetenschap onrustig
Wapenveld | Aart Nederveen | april 2020
In het themanummer over schepping en evolutie in 2017 brachten we naar voren dat de evolutietheorie een existentieel tekort heeft. We probeerden uit te drukken dat wetenschap altijd een houding tegenover de werkelijkheid met zich meebrengt. Onze bedoeling was om een nieuw perspectief toe te voegen aan de discussie over schepping en evolutie. In de weken na het verschijnen van het themanummer kregen we veel reacties. Er waren zelfs predikanten die Wapenveld op de preekstoel hadden gebruikt.
Maar er was ook kritiek. Is het niet een open deur dat wetenschap een existentieel tekort heeft? Kun je zoiets niet zeggen van elke natuurwetenschappelijke theorie? En dat tekort verandert toch niets aan de soms ongemakkelijke feiten die de evolutietheorie aan het licht brengt? In de redactie zijn we hierover door blijven discussiëren. Het resultaat daarvan vindt u in dit nummer. We proberen de intuïtie van een existentieel tekort verder uit te werken in een drietal artikelen in dit nummer. Het is aan de lezer om de balans op te maken. Dit eerste artikel in het drieluik probeert de gedachte van het existentiële tekort handen en voeten te geven vanuit de huidige praktijk van (exacte) natuurwetenschap. Kan het zo zijn dat juist in de wetenschappelijke praktijk zelf zich een besef meldt dat vraagt om andere bronnen van betekenis?
De door ons bepleite visie op wetenschap werken we in dit nummer verder uit op twee manieren: historisch en filosofisch. Het blijkt dat wetenschap historisch gezien erfgenaam is van de spanning tussen magie (doorgeslagen dromen van macht) en astrologie (doorgeslagen determinisme). De wetenschappelijke mens is zowel overwinnaar als overwonnene. We stellen daarnaast de wijsgerige vraag wat de mogelijkheidsvoorwaarde is van zowel het succes van de natuurwetenschappen als het gevoelde tekort. Dat heeft te maken met een verwaarlozing van de levenswereld. In beide stukken komt naar voren dat wie goed wil begrijpen wat het succes van de natuurwetenschap betekent, heel wat dieper moeten graven dan we vaak denken.