Het grootste deel van mijn leven heb ik mij beziggehouden met theologie. Met Bijbelverhalen, levensvragen, en zingeving. Aanzienlijk minder ervaring heb ik op het gebied van dementie; sinds zo’n anderhalf jaar werk ik in de voor mij nieuwe context van het verpleeghuis.
Het zal aan mij liggen en niet aan de cursus omschrijving: maar ik ging ervan uit dat de cursus me vooral meer zou leren over dementie en de werking van het brein. Om vervolgens inzicht te geven in een optimale benadering bij de verschillende stadia van dementie. En dat er vervolgens wat ruimte over zou zijn voor discussie en diepgang over dementie in een breder levensbeschouwelijk kader.
Je zou kunnen zeggen dat de daadwerkelijke opzet van de cursus het tegenovergestelde bleek te zijn. De cursus nodigt uit, dwingt op een positieve manier, te beginnen bij de theologische diepgang aan de hand van de voorgeschreven literatuur. Die begint bij vragen als ‘wie is de mens?’ en ‘wat vormt je identiteit?’ Vragen die allesbepalend zijn. Want in een samenleving waar autonomie en zelfstandigheid belangrijk zijn, wat blijft er van het individu nog over als je door de dementie niet meer het scherpste mesje in de lade bent?
De literatuur roept op tot hervertelling van het wetenschappelijke en maatschappelijk breed gedragen verhaal dat dementie alleen maar achteruitgang en aftakeling is. Zonder afbreuk te doen, en dat is wat mij betreft essentieel en geeft het tegelijk aan hoe zwaar en donker het lijden kan zijn dat gepaard gaat met dementie.
Volgens de Bijbel is de mens gewild door God en gemaakt in het evenbeeld van God. Dat betekent in ieder geval dat de mens niet niets is. Dat de mens niet ‘levend sterft’ als die dementie ontwikkelt, wat je zo vaak hoort. Ondanks dat gedrag ingrijpend verandert leer je de waarde en functie die een laatste levensfase kan hebben ook wanneer er sprake is van dementie.
Wanneer je daar bewust begint, is dat allesbepalend voor benadering. Hoe je dan iemand met dementie wil benaderen begint vanzelf als een vuurtje te branden. Je wil de mens anders zien, en dus zie je hem of haar anders. Ik wist dus niet dat ik na jaren weer theologische literatuur in moest duiken. En dat deed ik met frisse tegenzin, omdat je er tijd voor moet maken. Maar ik ben blij dat ik het heb gedaan.
Van harte aanbevolen!
Jan Willem van der Straten, geestelijk verzorger bij de instelling Kennemerhart