Reactie van een volger

Mensen die kritisch zijn over de kerk kun je niet vangen in een bepaalde generatie, het zijn ook niet perse ouderen. Verschillende groepen worden genoemd in het interview met ds. Messelink. Maar er ontbreekt een categorie die zich heel aandachtig laat of heeft laten vormen door de bijbel d.m.v. preken, catechisatie, bijbelstudie (alleen of in verenigings- of schoolverband). Die kritisch kijkt naar alles wat via boeken, tijdschriften, media etc. aangeboden wordt. Die, breder kijkend dan alleen de GKv, weet heeft van wat er in andere kerkgemeenschappen leeft; waarom niet met hen één kerk en waarom het misschien wel zou kunnen of moeten. Die weet waar onschriftuurlijke leer een podium heeft gekregen en waar dat toe heeft geleid. Die nadenkt over kerk-zijn en zich verdiept in kerkgeschiedenis en belijdenis, omdat de kerk niet pas bij hen begint.

 

Veel van deze mensen volgen het kerkelijk leven op de voet in eigen gemeente en landelijk. Daardoor weten ze wat er in de kerken aan de hand is. Deze mensen laten zich niet met een kluitje in het riet sturen door een psychologisch praatje. Ze hebben zorgen over een kerk waarin ze een sfeer van ‘weg met ons’ waarnemen: dat dingen ‘vroeger’ niet goed gingen; dat er groepsdwang was, emotie geen plaats kreeg en echte troost ver te zoeken was. Vergis je daarin niet, ze ervaren dag in dag uit de moderne groepsdruk o.a. via social media, ze prikken moeiteloos door oppervlakkig meeleven en vluchtige emotie heen. Vandaag is ook binnen de kerk eenzaamheid en depressie, het gevoel niet gehoord en wel genegeerd te worden of als ouderwets helemaal afgeschreven te worden, een groot probleem.

 

Wat hen nog meer zorgen baart is de vrijblijvendheid bij bijbelstudie en catechese, als dat al gebeurt, en onwetendheid van oude dwalingen die in een ‘nieuw’ jasje van stal worden gehaald. Het onbegrensde vertrouwen in alles wat zich als ‘religie’ aandient. En hun duizenden verslaan.

 

De moeite ligt meestal niet direct bij zaken als transgenderidentiteit e.d., al zal dat zeker doordacht moeten worden; voor hoe velen raakt dit het dagelijkse geloofsleven? Wat wel het dagelijkse geloofsleven raakt, is de push om de bijbel anders te moeten lezen om de draai in de kerk te kunnen meemaken. Dat de kerken leeglopen,  ondanks allerlei vermeende nieuwigheden en moderniteiten. Kennelijk zijn ook die snel uitgewerkt. Dat er veel conflicten zijn met predikanten, dat er overal ambtsdragers tekorten zijn, vaak geen huisbezoeken en catechisaties worden gegeven, geen catechismuspreken worden gehouden. Velen weten daardoor van toeten nog blazen zodat er maar wat geroepen wordt. Dat de kennis van Gods Woord niet verder reikt dan: Christus is liefde en we moeten zijn als Hij. Dat het dagelijkse ‘moeten’,  leven/werk/sport/sociale contacten zoveel vraagt dat aan kerk en geloof niet of nauwelijks wordt toegekomen. Dat er eenheid wordt nagestreefd, waarbij schriftgezag en selectieve schriftuitleg het afleggen tegen de Geest.

Ze zien het gebeuren en zijn bezorgd.

 

Deze mensen zijn vaak trouwe kerkgangers; met alles wat een mens kan bezighouden komen ze in alle eerbied naar Gods Huis, waar ze dikwijls teleurgesteld weer uit komen, omdat allerlei individuele feestjes met een hoog emotioneel halleluja gehalte, heel letterlijk, de dienst uitmaakten. Velen komen ‘s middags toch weer, om misschien alsnog naar Gods Woord te luisteren. Vaak in een bijna leeg kerkgebouw, omdat daar weinig behoeft aan is? Degenen die er wel zijn, komen die uit gewoonte? Uit dwang? Uit bijgeloof omdat je anders niet in de hemel komt? Omdat ze bang zijn God niet goed te dienen? Vraag het hen eens of dat zo is, dan is daar werk aan de winkel. Maar misschien is het uit liefde voor God, om Hem trouw te ontmoeten. Misschien weten ze zich geroepen, als zijn verloste kinderen, verantwoordelijk voor de gemeente waarin ze geplaatst zijn, biddend dat de Here de kandelaar niet zal wegnemen. Zodat hun eigen geloof niet verpietert en verdort, maar opbloeit en zegen mag uitstralen in de wereld.

 

Ga het gesprek aan. Het gaat ergens over.