Pasen: Koningsdag

Filmpje: Mijn Koning, ken je Hem?

Overdenking: Jezus, Koning?

Jezus eerste slaapplek hier op aarde was een voerbak. Hij werd geboren op een plek waar in de winter de schapen sliepen, heel armoedig. Toch waren er vanaf het begin van zijn aardse leven al mensen die dachten dat Jezus koning zou worden. Eerst waren het magiërs die uit het Oosten kwamen om dit kind koninklijke geschenken aan te bieden (Matt 2:11). Ook koning Herodes nam Jezus’ aanstaande koningschap bloedserieus en probeerde Hem te vermoorden (Matt 2:16).

Toen Jezus op volwassen leeftijd door Israël trok en sprak over zijn koninkrijk, werd het voor nog meer mensen duidelijk. Zelfs de blinde Bartimeüs zag in Jezus duidelijk zijn koning en riep Hem toe: Zoon van David, heb medelijden met mij! (Marc 10:47)

Met Palmpasen vindt Jezus’ feestelijke intocht in Jeruzalem plaats (Luc 19:38). Niets lijkt zijn koningschap op aarde dan nog in de weg te staan. Zijn discipelen besluiten alvast de belangrijkste taakjes in Jezus’ koninkrijk te verdelen (Marc 10:37).

Alles lijkt in kannen en kruiken, maar dan wordt Jezus verraden en gearresteerd. De publieke opinie slaat om en men wil Jezus nu dood (Luc 23:21). Zijn aanstaande rijksambtenaren laten hem in de steek en vluchten weg (Marc 14:50). Jezus krijgt een mantel en een doornenkroon te dragen (Joh 19:2). Hij wordt veroordeeld en aan een kruis gehangen. Een ironisch bordje wordt boven zijn hoofd gehangen: Dit is de koning van de Joden (Luc 23:38) Hoofdschuddend staat men er naar te kijken: “Kijk hem nou, dat krijg je, met je grootheidswaanzin”.

Maar dan, na drie dagen blijkt dat Jezus sterker is dan de dood! Het graf is leeg. Jezus dacht niet te groot van zichzelf, de wereld dacht te klein van Hem. Zijn koninkrijk beperkt zich niet tot Israël, zijn macht niet tot het leven en zijn volk niet tot de Joden. Jezus Christus leeft en heerst als koning over hemel en aarde, over leven en dood, over jou en mij! Dat mogen we vieren! Halleluja!