Vraag 5: Wat heeft God gemaakt?
|
Genesis 1:31 God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was. |
1. Filmintro kijken
Bekijk het filmpje. Daarna is er kort gelegenheid voor hen die iets willen noemen uit het filmpje dat hem of haar geraakt heeft.
2. Bespreking
(waarschijnlijk is het niet mogelijk het hele programma hieronder uit te voeren, maak daarom van tevoren een keuze)
a. Bijbelstudie
Lees samen Psalmen 104
– De psalm is opgebouwd uit 7 strofen:
1) vers 1-4: De glorie van de Schepper
2) vers 5-9: De schepping van de aarde
3) vers 10-13: De aarde en haar bewoners
4) vers 14-18: De mens in het midden van de schepping
5) vers 19-23: De wisseling van nacht en dag
6) vers 24-30: Alles leeft uit Gods hand
7) vers 31-35: Loof de Heer!
Verdeel die strofen onder de deelnemers. Ieder leest één strofe wat nauwkeuriger en denkt en mediteert daar even over. Vervolgens formuleert ieder op basis van zijn/haar strofe één vraag, reactie of opmerking. Deze worden één voor één naar voren gebracht en kort besproken.
– Bespreek de volgende vragen:
a) Wat zegt het dat de psalm begint en eindigt met ‘Prijst de HEEER, mijn ziel’?
b) Ook psalm 103 begint en eindigt met ‘Prijst de HEER, mijn ziel’. Maar waar Psalm 104 over de schepping en de natuur gaat, gaat Psalm 103 vooral over genade en vergeving. Zou het daarvan komen dat Psalm 103 vaker gezongen wordt dan Psalm 104? Is dat terecht?
c) Wat valt op als je Psalm 104 met Genesis 1 vergelijkt?
b. Filmfragment
In het kader van de bespreking van dit onderwerp past het goed om samen een filmfragment uit een natuurfilm te kijken.
c. Schepping en/of evolutie
Bespreek met elkaar de volgende vragen:
– Is er spanning tussen het Bijbelse Scheppingsverhaal en de gangbare wetenschappelijke theorie dat de kosmos zich door een evolutionair proces ontwikkeld heeft uit ongeordende materie?
– Zo ja , waar zit die spanning en kan die spanning opgelost worden?
– Is de discussie over schepping-evolutie te vergelijken met de 17e eeuwse discussie over platte aarde-ronde aarde? In hoeverre wel/niet?
– welke gevolgen hebben deze vragen en discussies voor jouw geloofsleven?
d. Gesprekspunten
- Wat komt het eerst bij je op als het gaat over God als de Schepper van hemel en aarde?
- Wat voor verschil maakt het of je gelooft in een God die buiten deze werkelijkheid staat en ook machtiger is dan alles wat je in deze werkelijkheid tegenkomt of dat je dat niet gelooft?
- Is het christelijk geloof een stimulans om voor groen en duurzaam te gaan of juist niet?
- Wij zijn Gods schepselen, zoals de personages in een boek de schepselen zijn van de euteur. Werk deze vergelijking eens wat verder uit. Waar zie je leerzame punten van overeenkomst?
- Is het idee van een oerknal als begin van het heelal te verenigen met het christelijk geloof? Waarom wel, waarom niet?
- Lees wat er in Kolossenzen 1: 15-20. Wat zegt dit gedeelte over de verhouding tussen Jezus Christus en de schepping? Wat betekent het dat God door Jezus alles in hemel en op aarde met zich verzoend heeft?
- Lees zondag 9 van de Heidelbergse Catechismus. Waarom wordt de schepping hier in een bijzin genoemd? Welke levenslessen worden hier getrokken uit het feid dat God de wereld schiep?
3. Gebed
(suggesties voor gebedsvormen)
a. Inventariseer wat de schepping en onderhouding van deze wereld ons leert over wie God is. Verdeel de punten die genoemd worden over hen die voor willen gaan in gebed. Laat ieder zijn onderdeel van gebed beginnen met “Wij loven U, HEER, schepper van hemel en aarde,……..”.
b. Inventariseer de gebedspunten. En verdeel die over hen die voor willen gaan in gebed.
c. Als het mooi weer is kies dan ls het kan een locatie buiten in een tuin of park en besteed in het (kring)gebed vooral aandacht aan zaken die met Gods schepping te maken hebben (lofprijzing voor het mooie, bede voor zorgvuldig omgaan met schepping, voor herstel, voor slachtoffers van natuurrampen, enz).
Bijlage: Achtergrondmateriaal
(bedoeld voor degene die de avond voorbereid, en voor anderen die zich er wat extra in willen verdiepen)
- zie verder: New City Catechismus Vraag & Antwoord 5
- Vergelijk ook zondag 9 en 10 van de Heidelberger Catechismus
- Uit ‘Basics van de Bijbel’ van Jasper Klapwijk (pag. 28-30):
Als je gelooft dat God deze wereld geschapen heeft, dan verandert dat je mensbeeld en je wereldbeeld. Ik wil dat laten zien aan de hand van zes elementen uit Genesis 1 en 2 die ook verderop in de Bijbel geregeld terugkomen.
- Het begint bij God en niet bij ons
Dit wil ik als eerste benadrukken: het begint bij God! Voordat er iets bestond, was Hij er. Hij creëerde deze wereld. Wij hebben als westerse mensen de neiging dit om te keren: het begint bij ons, bij ons denken, bij de conclusies die wij trekken. Wij beslissen of het waarschijnlijk of aannemelijk is dat er een God is.Maar stel dat de personages uit een boek samen zouden overleggen en op basis van het verhaal zouden uitmaken of er wel een schrijver is. Dat is toch onzin? Zij hebben niets te beslissen, de schrijver heeft hen gemaakt. Zo zijn wij door God gecreëerd. Wat wij over Hem weten is wat Hij ons in de Bijbel bekend wilde maken. Maar het begint allemaal bij God, de auteur van deze wereld. Niet bij ons.
- Hij is Schepper, wij zijn schepsel
Als je gelooft dat wij zijn voortgebracht door Gods scheppende creativiteit, dan ga je anders met Hem om. Om te beginnen zul je beseffen dat je totaal van Hem afhankelijk bent. God gaf mensen en dieren het leven, maar ‘ontneem hun de adem en het is met hen gedaan, dan keren zij terug tot het stof dat zij waren’ (Ps. 104:29).
Het maakt je ook nederig. We voelen ons vaak klein bij het zien van een schitterende sterrenhemel of een eindeloze zee. Maar als je weet dat God die sterren een voor een bij hun naam roept (Jes. 40:26) en dat Hij de zee in zijn holle hand houdt (Jes. 40:12), dan word je pas echt klein.
Tegelijk kan het weten dat God alles geschapen heeft ook veel zekerheid geven. Als die grote God jouw God is, dan kun je met de dichter van Psalm 121 zeggen: ‘Mijn hulp komt van de HEER die hemel en aarde gemaakt heeft.’
Tenslotte zal het je ook motiveren om naar Gods wet te leven. Die wet is namelijk de gebruiksaanwijzing die Hij bij deze wereld en bij jouw leven gegeven heeft. Wie kan beter weten hoe jij tot je recht kunt komen dan Hij die je maakte?
- Je leert God kennen in zijn kunstwerk
De grootheid, de pracht en de eindeloze gevarieerdheid van de schepping kunnen je niet alleen klein maken, ze roepen ook bewondering op. Het is niet voor niets dat (delen van) de natuur als goddelijk wordt (worden) vereerd. Wie met de complexiteit en schoonheid van de natuur geconfronteerd wordt, ziet daarin de hand van een kunstenaar die deze werkelijkheid heeft gecreëerd.
- Alles was goed
Al die ellende, het kwaad en de dood, horen die nu eenmaal bij deze wereld? Nee, zegt de Bijbel: in het begin was het goed, zeer goed zelfs. Het kwaad was er niet altijd, het deed pas later z’n intrede. Daarom zien we vandaag om ons heen nog beide kanten: een wonderlijk mooie wereld die geteisterd wordt door het kwaad. Tegelijk is de kern van het Bijbelse verhaal dat God uiteindelijk het kwaad zal wegdoen. Het was goed en het zal weer goed worden, zeer goed zelfs.
- Hij is een sprekende God
God schiep de wereld door zijn woord: Hij sprak en het was er, zo vertelt Genesis 1. Maar daar houdt het niet mee op. Als God de mens geschapen heeft, spreekt Hij hem aan. Hij gaat een relatie met hem aan. Door zijn woord laat God Zich kennen. God is geen onpersoonlijke kracht of een energie die alles draagt, maar een persoon die je aanspreekt en een relatie met je aangaat.
- Na zijn werk rustte God
God schiep de wereld in zes dagen, zegt Genesis, en op de zevende dag rustte Hij. Dat betekent natuurlijk niet dat Hij uitgeput pas, maar het geeft aan dat het werk van de schepping klaar was. God deed als het ware een stapje achteruit en genoot van wat Hij tot stand gebracht had. Gods schepping is geen continue proces, maar een afgeronde gebeurtenis. De Bijbel vertelt vervolgens de geschiedenis van deze schepping, hoe het kwaad er binnendrong, en hoe God ervoor zorgt dat het uiteindelijk weer goed komt.
De wereldbeschouwing die voortvloeit uit het geloof dat deze wereld door een persoonlijke God gewild en gemaakt is, wijkt sterk af van:
a. oosters religieus denken
In oosters religieus denken valt de scheiding tussen god en schepping weg. Onze werkelijkheid is uit de godheid ontstaan en van het goddelijke doordrongen. Het goddelijke is daarom in iedereen aanwezig en de kunst is om bijvoorbeeld door meditatietechnieken dat goddelijke in jezelf te ontdekken en ruimte te geven. Het wezenlijke onderscheid dat het scheppingsgeloof kent tussen mens en dier valt dus weg, zoals bijvoorbeeld blijkt in het reïncarnatiegeloof. Een ander belangrijk verschil met het christelijk geloof is dat het goddelijke in deze manier van denken niet gezien wordt als een persoon, maar als een kracht. Er kan dus geen sprake zijn van een persoonlijke God. Een gevolg daarvan is dat er ten diepste ook geen vaste geopenbaarde normen voor goed en kwaad zijn.
b. het evolutionistisch materialisme
Deze levensbeschouwing verklaart het ontstaan van alles uit een grote oerexplosie miljarden jaren geleden, waarna door toevallige processen in de loop van miljarden jaren het leven ontstaan is dat we nu waarnemen. (Dat is dus wat anders dan geloven dat God evolutionaire processen gebruikt heeft om deze wereld te scheppen). Ook in deze manier van denken valt het wezenlijke onderscheid tussen mens en dier weg. Omdat alles verklaard wordt vanuit de materie kan er ten diepste ook geen sprake zijn van absolute normen en is er ook geen antwoord op de vraag naar de zin van het leven.