Hofstad Catechismus – Vraag 36

Wat geloven we over de heilige Geest?

 

Dat Hij God is, eeuwig en in gemeenschap met de Vader en de Zoon en dat God Hem onherroepelijk toewijst aan een ieder die gelooft.

 

Johannes 14: 16-17
Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet ontvangen, want ze ziet hem niet en kent hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij woont in jullie en zal in jullie blijven.

 

1. Intro

Hang een poster aan de muur of leg die op tafel, met daarop in grote letters ‘heilige Geest’. Twee mensen krijgen een viltstift. Ze schrijven op de poster in trefwoorden iets op van wat bij hen bovenkomt als het over de Heilige Geest gaat. Zodra iemand iets opgeschreven heeft, geeft hij of zij de stift aan iemand anders, die vervolgens weer iets opschrijft. De anderen kijken zwijgend toe. We gaan door tot de poster redelijk gevuld is. Daarna volgt een korte bespreking van wat er op papier gekomen is.

 

2. Filmintro

Bekijk het filmpje. Daarna is er kort gelegenheid voor hen die iets willen noemen uit het filmpje dat hem of haar geraakt heeft.

 

 

 

3. Verwerking

Bijbelstudie Pinksteren

Lees Handelingen 1: 1-5
Bespreek de volgende vragen:

  • Jezus had zijn apostelen een zendingsopdracht gegeven (vers 3), maar ze mochten niet weg uit Jeruzalem voor de Geest was uitgestort.
    Wat zegt dit over het werk van de Geest? Wat betekent dat voor ons vandaag?
  • Wat is ‘de belofte van de Vader’ (vers 4)? (Vergelijk 2: 17-18 en 39)
  • ‘Gedoopt worden met de heilige Geest’ (vers 5), wat is dat? Is dat iets dat elke christen een keer mee moet maken?

Lees Handelingen 2: 1-4
Bespreek de volgende vragen:

  • Wat vierden de joden op het Pinksterfeest? Heeft het speciale betekenis dat de Geest net op Pinksteren uitgestort werd?
  • Op de Sinaï verscheen de HEER in vuur en wind op de top van de berg, nu is Hij in het huis en op ieder van hen. Waarom dat verschil? Wat betekent dat voor jou vandaag?
  • Alle aanwezigen waren joods en spraken hebreeuws. Waarom dan toch die vreemde talen?
    (Vergelijk het eens met Genesis 11:1-9).
  • Wat zie je vandaag in jouw leven van het taal en cultuurgrenzen doorbrekende werk van de Geest?

De Geest ontvangen/ Vol van de Geest

  • Laat iedereen antwoord geven op de vraag “Heb jij de Geest ontvangen?” en dat antwoord kort toelichten. Bespreek daarna samen de antwoorden, en probeer onder woorden te brengen wat het betekent om de Geest ontvangen te hebben.
  • Laat iedereen vervolgens antwoord geven op de vraag “Ben of was jij vol van de Geest?” en dat antwoord kort toelichten. Bespreek daarna samen de antwoorden, en probeer onder woorden te brengen wat het betekent om vol van de Geest te zijn.
  • Verdeel nu de volgende teksten (per tekst maximaal 3 personen)
    Handelingen 2:38 ; 1 Korintiërs 6:19 ; Romeinen 8:8-9 ; Handelingen 4:31 ; Handelingen 6:3; Efeziërs 5:18-20. Ieder (groepje) leest nu de tekst voor, en vertelt wat deze tekst volgens hen zegt over het ontvangen van- of de vervulling met de Geest.
  • Bespreek tenslotte kort het onderstaand schema:

    De Geest ontvangen

    • wanneer:op het moment dat je gaat geloven
    • hoe vaak:slechts 1 keer
    • voor wie:ongelovigen, die gelovig worden(Hnd. 2)
    • effect:De Geest komt in je hart wonen

    Vervuld worden met de Geest

    • Wanneer: op het moment dat je geloof kracht en aansporing nodig heeft
    • Hoe vaak:kan verschillende keren
    • Voor wie: Gelovigen, die erom vragen (Lk 11:13) en die naar God willen luisteren (Hnd 5:32)
    • Effect: De Geest gaat je hele leven bepalen.

Bijbelstudie Romeinen 8

(Alleen als hier nog voldoende tijd voor beschikbaar is)

 

Iedereen krijgt een A4’tje met daarop Romeinen 8:1-17, met een ruime marge eromheen. Lees nu eerst samen dit Bijbelgedeelte.
Bespreek daarna in tweetallen wat dit gedeelte allemaal zegt over de Heilige Geest. Noteer dat in de marge.
Bespreek tenslotte als groep gezamenlijk wat er allemaal uitgekomen is.

Gesprekspunten

  • Heb jij de Geest ontvangen? Licht je antwoord toe.
  • Is er bij ons in de kerk meer aandacht voor het werk van de Geest nodig? Waarom wel/niet?
  • Maakt het verschil of je de Heilige Geest als een persoon of als een kracht ziet? Waarom?
  • Bid jij wel eens tot de Heilige Geest?
  • Ben jij wedergeboren? Kun je je antwoord toelichten?
  • Paulus vergelijkt in Efeziërs 5: 18-20 ‘vol zijn van drank’ met ‘vol zijn van de Heilige Geest’. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen?
  • Sinds Pinksteren woont de Geest in het hart van elke gelovige. Waar merk je dat aan?
  • Wat vind je van de volgende stelling: ‘Weinig kracht van de Geest, dan ook weinig evangelisatie; weinig evangelisatie, dan ook weinig kracht van de Geest’?

4. Gebed

(suggesties voor gebedsvormen)

  • Het gebed ‘Kom, o Heilige Geest’ (Veni Sancte Spiritus) is in verschillende liederen verwerkt. In het nieuwe Liedboek voor de Kerken gezang 669 en 670. Print zo’n lied uit voor alle deelnemers. Verdeel de coupletten. Als gebed lezen we nu achtereenvolgens de coupletten, waarbij tussen de coupletten steeds even een moment van stilte gehouden wordt.
  • Bidt in tweetallen: Noem voor je gaat bidden iets waarin je de komende tijd verder wil komen in het volgen van Jezus. Bidt dan voor elkaar, en spreek af dat je bij de volgende ontmoeting elkaar zult vragen of je inderdaad verder gekomen bent.

Achtergrondmateriaal

(bedoeld voor degene die de avond voorbereidt, en voor wie zich er wat extra in willen verdiepen)

 

  • New City Catechismus Vraag & Antwoord 36
  • Lees ook zondag 20 van de Heidelberger Catechismus, en artikel 11 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis
  • Informatie over het Pinksterfeest (Uit Beter Nieuws uit het Nieuwe Testament, Jasper Klapwijk, pag. 51-53)

Op het Pinksterfeest stortte Jezus zijn Geest uit op zijn discipelen. Ze werden vervuld met de heilige Geest. Dat ging gepaard met opvallende tekenen (Hand. 2:1-4).
Allereerst was er een geluid als van een hevige windvlaag dat het huis vulde. Wind is in de Bijbel vaker een teken van de Geest. Dat ligt ook voor de hand, omdat zowel in het Hebreeuws als in het Grieks ‘wind’ en ‘geest’ met hetzelfde woord worden aangeduid. Net als de wind is de Geest niet zichtbaar, maar is zijn uitwerking onmiskenbaar (Joh. 3:8).

 

Het tweede pinksterteken bestond uit een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van de aanwezigen neerzetten. Zeker in combinatie met het geluid van een storm doet dit vuur ons denken aan Gods verschijning op de Sinai. Maar terwijl het vuur van Gods aanwezigheid toen nog afschrikwekkend en groots op de top van een berg brandde, komt Hij nu in het vuur van zijn Geest heel dichtbij en is Hij er voor ieder persoonlijk.

 

Ten slotte was er het teken van de vreemde talen. Door de Geest vervuld begon het groepje Galileeërs God te loven in een heel scala aan vreemde talen. Voor de aanwezigen was dat op zich niet nodig, want ze verstonden als Joden waarschijnlijk allemaal Hebreeuws. Maar de verbazing was er niet minder om dat ze nu ineens de taal hoorden van het gebied waar ze vandaan gekomen waren. Het teken is ook veelzeggend: de periode van één volk (het volk Israël) en één taal (het Hebreeuws) behoort tot het verleden. Nu is het heil weer voor alle volken. Eens, bij de bouw van de toren van Babel, gebruikte God de taal om de eenheid van de mensen te breken en ging Hij verder met één man en één volk (Gen. 11 – 12). Maar toen al kondigde Hij aan dat Hij in Abraham en zijn nageslacht alle volken van de aarde zou gaan zegenen (Gen. 12:3; Gal. 3:8). Pinksteren is het spiegelbeeld van Babel. De Heer gebruikt de taal weer op een wonderlijke manier, maar nu om te laten zien dat mensen uit alle volken en talen mogen delen in de verlossing en in Jezus’ Geest. Pinksteren is dus een keerpunt in de heilsgeschiedenis.

 

Voor de oudtestamentische profeten viel dat allemaal min of meer samen: het einde van de tijden, de komst van de messias, de uitstorting van de Geest, de dag van de HEER en het aanbreken van de heilstijd. En inderdaad is met de komst van de messias Jezus en met zijn overwinning op Golgota definitief het einde van deze tijd ingeluid. Dat blijkt ook uit de uitstorting van de Geest. Maar voordat de dag van de HEER komt en het vrederijk van de messias definitief aanbreekt, moet eerst het evangelie van Jezus overal verkondigd worden. Vanuit de hemel werkt Jezus toe naar zijn komst in heerlijkheid. Hier op aarde bezielt de heilige Geest de gelovigen om gericht te zijn op de komst van zijn koninkrijk. Iedereen die God uitgekozen heeft moet het evangelie horen, zich bekeren, klaar zijn voor de dag van de HEER. Een geweldige klus! En daarbij wil de heilige Geest alle gelovigen gebruiken: mensen uit alle rangen en standen, mannen en vrouwen, ouderen en jongeren. Ze moeten allemaal de boodschap van redding uitdragen.

 

 

  • De heilige Geest: Hij of het? (Uit Basics van de Bijbel, Jasper Klapwijk, pag. 92-93)

 

God schiep deze wereld, Hij is in de hemel en Hij is God. Jezus, Gods Zoon, liep rond in deze wereld, vertelde verhalen, deed wonderen, stierf aan een kruis en stond op uit de dood. Dat is allemaal redelijk duidelijk, of je het nu gelooft of niet. Maar de Geest, wat moeten we ons daarbij voorstellen?

 

Als we het hebben over ‘de Geest’, gaat het dan over een persoon of over een kracht? Misschien denk je dat dat niet zoveel uitmaakt, maar toch is er een groot verschil. Elektriciteit, bijvoorbeeld, is een kracht en wie zijn vingers in het stopcontact steekt is daar direct van overtuigd. Voor veel mensen is God zo’n soort kracht: overal aanwezig, verrijkend voor je leven, en fijn als je er op bent aangesloten. God is door zijn Geest in alles aanwezig. Hij is een kracht, een hogere dimensie, meer een iets dan een iemand. Het woord ‘Geest’ lijkt dat nog te benadrukken. Of je er nu ‘heilige’ voor plakt, of spreekt over ‘Gods Geest’, het blijft allemaal wat vaag.

 

Maar zo spreekt de Bijbel helemaal niet over de Geest. Als Jezus zijn volgelingen over de Geest vertelt, dan heeft Hij het over iemand die bij hen zal komen als Hij straks weg is. Hij belooft dat de Geest hun alles duidelijk zal maken en in herinnering zal brengen (Joh. 14:26) en dat Hij hun de weg naar de waarheid zal wijzen (Joh. 16:13). Ook Paulus spreekt heel persoonlijk over de Geest: Hij heeft de gelovigen lief (Rom. 15:30), Hij leidt hen (Rom. 8:9 en 14), Hij geeft hun zekerheid (Rom. 8:16) en Hij pleit en bidt voor hen (Rom. 8:26). Omdat de Geest een persoon is kunnen mensen Hem teleurstellen en verdriet doen (Ef. 4:30), zich tegen Hem verzetten (Hand. 7:51) en Hem bedriegen (Hand. 5:3). Kortom, het Bijbelse spreken wijst niet op een vage onpersoonlijke kracht, maar op een concrete persoon.

 

Dat is nu juist het wonder van het christelijk geloof. Het is geen geloof in een vage macht of iets wat ver van ons af staat. Het geloof is een persoonlijke relatie, waarbij ik weet dat God niet ver weg is. De Geest verandert mijn leven, geeft mij de zekerheid dat God mijn Vader is en dat Hij onvoorwaardelijk van mij houdt. Tegelijk helpt Hij mij om een hekel te krijgen aan mijn zelfgerichtheid en zonde en om me daar elke keer weer van te bekeren. Hij leidt mijn leven, stuurt mijn keuzes, en houdt mij gericht op Jezus en zijn koninkrijk. Dat ervaar ik lang niet altijd even sterk, maar het is wel reëel. God is door zijn Geest het middelpunt van mijn leven. Paulus brengt het zo onder woorden: ‘de Geest van God woont in u’ (Rom. 8:9). Zoals God, die overal is, in de tijd van het Oude Testament op een speciale manier aanwezig was in zijn tempel, zo is Hij nu door zijn Geest aanwezig in mijn leven en in het leven van zijn gemeente.