Hofstad Catechismus – Vraag 31

Wat geloven we door het ware geloof?

Alles wat ons geleerd wordt in het Evangelie.

De Apostolische Geloofsbelijdenis vat dat samen met de volgende woorden:

 

I

1 Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde.

II

2 En in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Here;

3 die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria;

4 die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven, en begraven, neergedaald in de hel;

5 op de derde dag opgestaan uit de doden;

6 opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechterhand van God de Almachtige Vader;

7 vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden.

III

8 Ik geloof in de Heilige Geest.

9 Ik geloof een heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen;

10 vergeving van de zonden;

11 opstanding van het vlees;

12 en een eeuwig leven.

Judas 1: 3
… ik zie mij nu genoodzaakt u in deze brief op te roepen om te strijden voor het geloof dat voor eens en altijd aan de heiligen is overgeleverd. 

 1. Intro

Begin deze avond door samen de Apostolische Geloofsbelijdenis op te zeggen of te zingen.

 

2. Filmintro

Bekijk het filmpje.

Daarna is er kort gelegenheid voor hen die iets willen noemen uit het filmpje dat hen geraakt heeft.

 

 

3. Verwerking

a. Luisteren naar belijden

Op de nationale Synode in Dordrecht werd een filmpje gepresenteerd waarin verschillende mensen samen een geloofsbelijdenis voordragen die gebaseerd is op de Apostolische geloofsbelijdenis.

Kijk en luister samen naar het filmpje: Nationale Synode Dordrecht

Neem daarna twee minuten stilte om even door te denken over wat je net gehoord hebt, en welke indruk dat op je maakte.

b. Bijbelstudie Deuteronomium 6: 4 en Romeinen 10: 9-10

Lees Deuteronomium 6: 4-9 en Romeinen 10: 9-13, en neem na beide gedeelten een moment stilte waarin ieder even kan mediteren over de net gelezen Bijbelwoorden.

Deuteronomium 6: 4 is de geloofsbelijdenis, die vrome joden dagelijks opzeggen

Bespreek het vers samen. Waarom is juist dit vers zo geschikt om als geloofsbelijdenis te dienen?

Wat is de waarde van het dagelijks herhalen van dit vers?

Eén van de kortste geloofsbelijdenissen, die al in omloop was in de tijd van het Nieuwe testament, was ‘Jezus is Heer!’ Die geloofsbelijdenis was voor de joden een aanstoot, omdat zij vonden dat die titel alleen aan God toekwam. Ook voor romeinen was deze belijdenis aanstootgevend, omdat voor hen de keizer heer was.

Wat houdt de belijdenis ‘Jezus is Heer’ allemaal in? Is het ook jouw belijdenis?

Wat is het verschil tussen ‘geloven’ en ‘belijden’?

Formuleer voor jezelf een geloofsbelijdenis van 1 of 2 zinnen. Deel het resultaat met elkaar.

c. De Twaalf Artikelen toegepast

Ons geloof is geen stelsel van theoretische waarheden, maar elk onderdeel van ons geloof heeft direct invloed op de manier waarop in het leven staan, op ons denken, ons voelen en ons doen en laten.

Verdeel de 12 artikelen (zie de nummering in antwoord 31) over de deelnemers.

Daarna neemt ieder de tijd om te noteren wat dit geloofsartikel betekent voor je leven.

Bespreek dit nu samen artikel voor artikel.

d. De functie van de belijdenis

De belijdenis van de kerk kan voor verschillende doelen gebruikt worden:

a. Als weergave van de kern van wat we geloven en waarin we binnen de gemeente onze eenheid vinden.

b. Als basis voor het onderwijs van de Bijbelse leer (denk bijv. aan de Heidelbergse Catechismus)

c. Als getuigenis van de kerk van ons geloof voor de wereld om ons heen.

d. Als verweer tegen dwaalleer (denk bijv. aan de Dordtse Leerregels)

Bespreek deze doelen samen:

– welke vind je het belangrijkst?

– welke spreekt je juist niet aan?

– hoe zie je in de belijdenisgeschriften die wij hebben dat ze in een bepaalde situatie ontstaan zijn, en vooral ingaan op de vragen die toen leefden?

– zouden we vandaag geholpen zijn met een nieuwe belijdenis voor deze tijd?

– hebben de belijdenisgeschriften invloed gehad op jouw geloofsleven? Vertel daar eens iets van.

– iemand heeft gezegd: de belijdenis is een staf om mee te gaan, een stok om mee te slaan en een loflied om te zingen. Wat vindt je van die uitspraak?

e. Gesprekspunten

  • Welke rol spelen de kerkelijke belijdenissen in jouw leven?
  • Is het goed dat diakenen, ouderlingen en predikanten hun instemming met de kerkelijke belijdenissen uitspreken?
  • Is er verschil tussen een belijdende kerk en een belijdenis-kerk?
  • Zouden we als kerk een minimale (alleen dat wat algemeen aanvaard ia) of een maximale (op zoveel mogelijk punten duidelijkheid) belijdenis moeten hebben.
  • Zouden nieuwe missionaire gemeentes de belijdenissen van de moederkerk moeten overnemen of juist niet?

4. Gebed

Lees de 12 artikelen één voor één. Neem na elk artikel een moment van stil gebed en meditatie. Je kunt dan in stilte God loven voor wat je net van Hem beleden hebt, of hem je vragen voorleggen, die met dat onderdeel van het geloof te maken hebben.

Achtergrondmateriaal

(bedoeld voor degene die de avond voorbereidt, en voor wie zich er wat extra in willen verdiepen)

  • Zie verder: New City Catechismus Vraag & Antwoord 31
  • Een uitleg van de artikelen van de Apostolische geloofsbelijdenis vind je in de Heidelbergse Catechismus zondag 8-22; Lees ook artikel 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis ovdr de verhouding tussen belijdenisgeschriften en de Bijbel.

Het ontstaan van de Apostolische geloofsbelijdenis

Volgens de overlevering werd deze belijdenis door de apostelen opgesteld. Toen Jezus’ discipelen naar verschillende delen van de wereld gingen, wilden ze hetzelfde leren. Dus schreven ze een samenvatting van het geloof; elke apostel één artikel. Dat is natuurlijk niet zo. Je kan het wel opvatten als: ‘deze belijdenis beschrijft wat de apostelen overgeleverd hebben’.

Hippolytus van Rome (170-235) schreef in de Apostolische overlevering over hoe de doop verliep. Hierbij valt op dat er drie vragen gesteld dienden te worden aan de dopelingen, telkens te beantwoorden met ‘Ik geloof.’

– ‘Geloof je in God, de almachtige Vader?’

– ‘Geloof je in Jezus Christus, de Zoon van God, Die geboren is door de Heilige Geest uit de maagd Maria en gekruisigd onder Pontius Pilatus, gestorven en begraven en op de derde dag levend van de doden is opgestaan, opgevaren ten hemel en is gaan zitten aan de rechterhand van de Vader en Die zal wederkomen om te oordelen de levenden en de doden?’

– ‘Geloof je in de Heilige Geest, een heilige kerk en in de wederopstanding van het vlees?’

Ambrosius van Milaan (339-397) beschrijft iets soortgelijks . Beiden laten zien wat een dopeling moest belijden en als je dit houdt tegen de apostolische geloofsbelijdenis, dan zie je zeer veel overeenkomsten. Het is aannemelijk dat uit deze doopteksten het Apostolicum gegroeid is.

➢ Verdere gedachten over kerkelijk belijden

Belijden hoort bij de omgang tussen God en ons in het verbond. God is in het verbond de eerste. Hij neemt het woord. Het verbond is eenzijdig in zijn ontstaan. Maar het verbond is tweezijdig in zijn bestaan. Dat wil zeggen: wij mogen er ook zijn in het verbond. Wij mogen ook in het verbond spreken. Wij mogen, wij moeten, zijn naam belijden. Daarom zegt Jezus in Mat. 10: 32: “Iedereen die mij zal erkennen (of belijden) bij de mensen, zal ook ik erkennen bij mijn Vader in de hemel”. Het gaat niet zonder de goede belijdenis. Eigenlijk denk ik dat niemand het ooit zonder belijdenis afkan. Ook mensen die zeggen dat ze tegen elke belijdenis zijn, hebben toch wel degelijk een belijdenis. Als je zegt: de Schrift alleen, sola scriptura, dan heb je al een belijdenis. Dat is immers niet iets wat in de Bijbel staat. De Schrift alleen: dat is al ons antwoord op de Bijbel, onze belijdenis. Daarom is in feite onzin, een innerlijke tegenspraak, om te zeggen: de Schrift alleen, en daarom geen belijdenis. Zelfs om een belijdenis overbodig te verklaren, heb je een belijdenis nodig! De belijdenis is kennelijk onmisbaar. Maar hoe onmisbaar ook, we weten dat belijdenisgeschriften op een gegeven ogenblik in de geschiedenis zijn ontstaan. En ze dragen daarvan de kenmerken. Belijdenisgeschriften zijn menselijke, historische geschriften. Ze geven antwoord op de vragen van hun tijd vanuit de Bijbel. Maar dat zijn dan wel de vragen van hun tijd. Kijk bijvoorbeeld maar naar ons alleroudste belijdenisgeschrift, de apostolische geloofsbelijdenis. Een prachtige, eenvoudige, diepe belijdenis, waardoor we ons verbonden weten met onze broeders en zusters van alle tijden en plaatsen. Maar het is tegelijk ook een belijdenis die helemaal de kenmerken van zijn tijd draagt. Je vindt er bijvoorbeeld niets in over de Bijbel als Gods Woord. Je vindt er niets in over de sacramenten, over doop en avondmaal. Dat was toen kennelijk nog niet nodig.

(uit een artikel van prof Barend Kamphuis onder de titel ‘Trouw aan de Belijdenis’)