Vraag 3: Hoeveel personen zijn er in God?
|
2 Korintiërs 13:13 De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de eenheid met de heilige Geest zij met u allen. |
1. Intro
“Drieëenheid”. Laat iedereen in stilte een tijdje over dit woord nadenken. Daarna vertelt ieder in het kort wat dit woord bij hem of haar oproept.
2. Filmintro kijken
Bekijk het filmpje. Daarna is er kort gelegenheid voor hen die iets willen noemen uit het filmpje dat hem of haar geraakt heft.
3. Verwerking
Wat hieronder aangeboden wordt is waarschijnlijk teveel, maak daarom van tevoren een keuze uit het aangeboden materiaal.
a. Bijbelstudie
- Verdeel kaartjes met daarop de volgende tekstverwijzingen (of evt. de uitgeprinte teksten)
Genesis 1:2; Jesaja 45:5-6; 1 Korintiërs 8:4-5; Handelingen 5:3-4; 1 Korintiërs 2:10-12; 1 Korintiërs 3:16; Johannes 1:1 en 14; Johannes 10:30-33; Johannes 20:28-29; zie Efeziërs 2:18; 1 Petrus 1:1-2; 2 Korintiërs 13:13; 2 Tessalonicenzen 2:13-14; Efeziërs 5:18-21; 2 Korintiërs 1:20-21. - Iedereen leest de tekst of teksten die hij/zij gekregen heeft en denkt er een tijdje over na. Wat zegt deze tekst over de drieënige God? Maak een rondje waarbij ieder de tekst voorleest en toelicht.
b. Waarom is de leer van de Drie-Eenheid belangrijk
In het filmpje geeft Kevin de Young in drie punten aan waarom het feit dat God een drieënige God is essentiëel is voor ons (geloofs)leven:
- Zo leren we dat eenheid en verscheidenheid samen kunnen gaan.
- Zo leren we dat mensen in gemeenschap moeten leven, en dat die gemeenschap z’n oorsprong vindt in God.
- Zo leren we dat liefde eeuwig is en tot het wezen van God behoort.
Bespreek deze drie argumenten. Wat spreekt je aan en wat niet?
c. De Drie-Eenheid en je doop
- Bespreek samen de vraag:Wat doet God de Vader in je leven? Wat doet God de Zoon? Wat doet God de Heilige Geest?Inventariseer wat je samen weet te noemen.
- lees nu het volgende deel uit het doopformulier:“Door je doop garandeert God de Vader je dat hij een eeuwig genadeverbond met je sluit. Hij neemt je aan als zijn kind en erfgenaam. Hij zal altijd voor je zorgen. Het kwaad houdt hij bij je vandaan of hij laat het bijdragen aan het goede.De Zoon garandeert je dat hij al je zonde van je wegneemt. Hij laat je volledig delen in zijn dood en opstanding en geeft je een nieuw leven. Hij schenkt je zijn eigen volmaakte zuiverheid. Hij zorgt ervoor dat God je vrijspreekt.De heilige Geest garandeert je dat hij in je komt wonen. Hij maakt je één met Christus. Hij maakt tot je persoonlijk eigendom wat je in Christus al hebt. Daardoor zul je eens volmaakt zuiver zijn. Dan zul je eeuwig leven te midden van het volk dat God heeft uitgekozen.”Welke elementen worden hier nog genoemd, die jullie niet genoemd hadden?
d. De dans van God
C.S. Lewis schrijft ergens: “In het christelijk geloof is God niet een statisch iets – zelfs niet één persoon- maar een dynamische, pulserende activiteit… met eerbied gezegd, bijna een soort dans. Die gehele dans, dat hele drama of patroon van drie-Persoonlijk leven is … een grote fontein van kracht en schoonheid, die uit het hart van de werkelijkheid omhoogspuit.”
- Wat vind je van dit beeld?
- Je zou kunnen zeggen dat God ons geschapen heeft om in zijn dans opgenomen te worden. Hoe zou je vanuit dit beeld de zondeval kunnen beschrijven? En hoe zou je kunnen beschrijven wat Jezus is komen doen?
e. Gesprekspunten
Iemand zei: “Je geloof staat of valt niet met het feit of je in een drieënige God gelooft of niet.”
Ben je het met hem eens? Waarom wel/niet?
Lees samen de geloofsbelijdenis van Athansius artikel 1 t/m 6. Is dit ook jullie belijdenis?
- Wat vind je van deze stelling: Je moet niet praten over de Drieëenheid, maar zingen voor een drieënige God.
- Maakt de leer van de drieëenheid het christelijk geloof ongeloofwaardiger of juist niet?
4. Gebed
- Inventariseer de gebedspunten, en beslis samen wie welke punten in het gebed naar voren zal brengen. Zijn er beden die je speciaal tot of de Vader of de Zoon of de Heilige Geest zou richten?
- We gaan een gebed van lofprijzing voor Vader, Zoon en Geest bidden. Brainstorm samen over waar je de Vader voor zou kunnen loven. Doe daarna hetzelfde voor de Zoon, en daarna voor de Heilige Geest. Spreek nu af wie welk onderdeel van dit gebed zal uitspreken, en ga samen in gebed.
Bijlage: Achtergrondmateriaal
(bedoeld voor degene die de avond voorbereid, en voor wie zich er wat extra in willen verdiepen)
- zie verder: New City Catechismus Vraag & Antwoord 3
- lees ook: Zondag 8 van de Heildelbergse Catechismus en Artikel 8 en 9 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
Nog wat gedachten:
- Een doodgewoon, eenvoudig christen knielt neer om te bidden. Hij probeert met God in verbinding te komen. Maar als hij een christen is, dan weet hij dat hetgeen hem tot bidden drijft óók God is, dat wil zeggen: God binnen in hem, om het zo uit te drukken. Maar hij weet ook dat al zijn werkelijke godskennis hem door Christus toekomt, door Christus, de mens die God was; en dat Christus naast hem staat, hem leert bidden en voor hem bidt. Het is u wel duidelijk wat dit alles betekent. God is de boven het gans heelal verheven tot wie hij bidt, het doel dat hij tracht te bereiken. God is ook datgene in hem, dat hem aandrijft, de bewegende kracht. En God is ook de brug of de weg waarlangs hij naar dat doel wordt voortgedreven. Aldus openbaart zich het gans drievoudige leven van het drie-persoonlijke Wezen in zeer reële zin in die kleine slaapkamer waar een nietig mensenkind zijn gebed doet.
(C.S.Lewis – De beeldhouwer en zijn beeld, p.22)
- Wiskunde student vraagt christen: “hoeveel is 1 +1 + 1?” “3”. “Geloof je in Vader, Zoon, Geest; hoe kun je dan in één God geloven?!” Antwoord van de student: “Laten we een andere tak van de wiskunde nemen: stel je hebt oneindigheid en daar komt nog twee keer oneindigheid bij, wat heb je dan? Juist, oneindigheid. En ik heb een oneindige God, vandaar.”
- De bijbel is het boek dat vertelt dat de HERE naar de mensen toekomt, en steeds dichterbij komt. Daarbij kun je drie stappen onderscheiden, te vergelijken met drie golven, waarbij elke volgende golf steeds verder het strand op komt:
- Golf 1. Na de zondeval komt God de mens opzoeken, en gaat Hij ondanks de zonde toch een relatie, een verbond met de mens aan. Zo komt er een opening naar de toekomst. En ook al vallen de mensen steeds weer tegen, God blijft de mensen opzoeken, en steeds weer de relatie vernieuwen: na de zondvloed, bij Abraham, bij de Sinaï, na de ballingschap. Toch lijkt het alsof die golf doodloopt.
- Golf 2. En dan komt er een tweede grote golf die nog verder het strand opkomt. God komt in zijn Zoon midden onder ons wonen. In Jezus Christus komt de eeuwige God ons leven binnen. Hij wordt een mens zoals wij. Niemand heeft ooit God gezien, maar de eniggeboren Zoon heeft Hem ons doen kennen (Johannes 1:1-18). Hij heet Immanuël: God is met ons.
- Golf 3. Maar het kan nog dichterbij: God kwam niet alleen in ons midden wonen (Johannes 1:14), Hij komt zelfs in ons wonen. Dat is wat het pinksterfeest duidelijk maakt. De Vader en de Zoon zenden de Geest, die in ons komt wonen, die ons leven vult met zijn aanwezigheid.
(Overigens zijn in alle drie de golven steeds alle drie de personen aanwezig).