Waarom moest Christus, de Verlosser, sterven?
Omdat de dood de straf op de zonde is, wilde Christus in onze plaats sterven om ons te verlossen van de macht en de straf op de zonde en ons terug te brengen bij God. Door Zijn plaatsvervangende verzoeningsdood redt alleen Hij ons van de hel en verkrijgt voor ons vergeving van zonden, gerechtigheid en eeuwig leven. |
Kolossenzen 1: 21-22 Eerst was u van hem vervreemd en was u hem in al het kwaad dat u deed vijandig gezind, maar nu heeft hij u door de dood van zijn aardse lichaam met zich verzoend om u heilig, zuiver en onberispelijk bij zich te brengen |
1. Intro
Maak een rondje, waarbij ieder de volgende zin afmaakt:
“Dat Jezus stierf aan het kruis, betekent voor mij…….”
2. Filmintro
Bekijk het filmpje. Daarna is er kort gelegenheid iets te noemen uit het filmpje dat je geraakt heeft.
3. Verwerking
De aangeboden stof is waarschijnlijk teveel voor 1 avond, dus bepaal van tevoren wat je behandelen wilt.
a. Samen lezen van het lijdensverhaal uit Matteüs
Als bijlage bij dit programma vind je de ‘Paaslezing’ uit Matteüs 26 en 27.
– verdeel samen de leesrollen
– lees nu samen de beide hoofdstukken
– neem daarna 5 minuten stilte (zodat iedereen over het gelezene na kan denken en kan bidden)
Als alternatief voor het lezen kun je ook samen van de film The Gospel of John het gedeelte over de kruisiging bekijken.
b. Bijbelstudie Jesaja 52:13 – 53:12
In het boek Jesaja komen we een aantal profetieën tegen over de ‘dienaar van de HEER’. We lezen er daar één van: Jesaja 52:13 – 53:12.
Iedereen krijgt het Bijbelgedeelte op een A4-tje met een ruime marge.
Lees samen het gedeelte.
Daarna nemen we tien minuten waarbij ieder in zijn tekst die gedeeltes onderstreept, die duidelijk door Jezus vervuld zijn. Plaats verder een vraagteken bij verzen die vragen oproepen, en een uitroepteken bij die gedeeltes die je raken.
Wissel dat vervolgens eerst in tweetallen uit, en bespreek
daarna de tekst met de hele groep.
c. De betekenis van het kruis
Mensen die geloven dat Jezus dood aan het kruis voor hun leven betekenis had, hebben dat op allerlei manieren onder worden gebracht:
- Hij heeft mij gered. Ik was verloren, verdiende Gods straf, maar Hij nam die voor mij voor zijn rekening (Joh. 3: 16; 1 Tim. 1: 15).
- Ik was vervreemd van God, en stond schuldig tegenover hem, maar Jezus heeft mij met God verzoend (2 Kor. 5:19; 1 Joh. 2:2).
- Ik was in de macht van het kwaad, maar Hij heeft mij losgekocht (Mar. 10: 45).
- De zonde had mijn leven vervuild, maar met zijn bloed reinigt Hij me van de zonde (1 Joh. 1: 9).
- God is mijn rechter, en ik had de zwaarste straf verdiend, maar dankzij Jezus dood aan het kruis ben ik gerechtvaardigd en is het weer goed met God (Rom. 3: 25-26).
- Ik leefde in het duister, maar Jezus heeft die duisternis voor z’n rekening genomen, zodat ik nu leef in het licht (Joh. 12: 46; Ef. 5:8).
- Toen Jezus gekruisigd werd stierf mijn bestaan los van God, en nu heb ik een nieuw leven samen met Hem (Rom. 6: 6-11; Gal. 2: 19-20).
Ieder krijgt één van de 7 hier genoemde typeringen toegewezen en zoekt de daarbij genoemde teksten op, en denkt even na over wat hier over de betekenis van het kruis gezegd wordt.
Bespreek dit vervolgens met elkaar. Laat iedereen daarbij ook aangeven welke typering hem of haar het meest aanspreekt en waarom.
d. Een moderne gelijkenis
Lees samen onderstaand verhaal:
Er was eens een man, genaamd George Thomas. Hij was dominee in een kleine stad in Engeland. Op Paasmorgen ging hij naar de kerk met een oude, roestige vogelkooi en zette deze op de preekstoel. Vele wenkbrauwen werden gefronst.
Dominee Thomas begon te vertellen. “Gemeente, ik liep gisteren in de stad, toen ik een kleine jongen zag met deze kooi in zijn handen. Op de bodem van de kooi zaten drie vogeltjes te bibberen van angst. Ik stopte en vroeg hem: “Wat heb je daar bij je, jongen?” “Een paar oude vogels”, zei de jongen. “Wat ga je met ze doen?”, vroeg ik. “Ik neem ze mee naar huis en ga er plezier mee maken”, antwoordde hij. “Ik trek ze de veren uit en laat ze met elkaar vechten. Daar heb ik plezier in”. “En als je genoeg hebt van deze vogels, wat doe je dan met ze?”, vroeg ik hem. “O, we hebben een paar katten”, zei de jongen, “en die houden wel van een vogeltje”. Ik was even sprakeloos en vroeg toen: “hoeveel wil je voor die vogels hebben?” Hij vroeg: “Waarom wilt u deze vogels hebben, meneer? Ze zijn oud en lelijk en zingen niet eens”. Opnieuw vroeg ik hem: “Hoeveel wil je er voor hebben?” De jongen keek me aan en dacht vast: “Die is gek”, en zei: “Tien gulden”. “Ik betaalde hem tien gulden en in minder dan geen tijd was hij verdwenen. Ik ben toen naar het eind van de straat gewandeld, naar een plantsoen met bomen. Ik heb de kooi op de grond gezet en de vogels vrijgelaten. Daarom die lege vogelkooi op de preekstoel.”
Toen begon hij aan zijn preek. Op een dag waren satan en Jezus in gesprek. Satan was net terug van een bezoek aan de aarde en pochte: “Ik heb net de aarde en alle mensen gekocht. Ik heb een valstrik gezet die ze niet konden weerstaan, en ik heb ze allemaal”. “Wat ben je van plan met ze te doen?”, vroeg Jezus. Satan antwoordde: “O, ik ga plezier met ze maken! Ik ga ze leren hoe ze elkaar moeten verachten, hoe ze elkaar moeten haten, en hoe ze elkaar moeten misbruiken. Hoe ze kunnen ruziën en elkaar het leven kunnen verzieken, ik ga ze leren hoe ze wapens en bommen moeten maken en hoe ze elkaar moeten vermoorden. Dus ik heb echt veel plezier met ze!” “En wat ga je met ze doen als je met hen klaar bent?”, vroeg Jezus. “Oh, ik vermoord ze allemaal”, zei satan trots. “Hoeveel wil je voor hen hebben?”, vroeg Jezus. “Wat wil je met deze mensen”, vroeg satan. “Ze zijn slecht, waarom wil je ze hebben? Ze haten je en ze spugen je in het gezicht, ze vervloeken en vermoorden je! Je wilt deze mensen niet!”. “Hoeveel”, vroeg Jezus weer. satan keek Jezus aan en lachte. “Al je tranen en je bloed”, zei hij. Jezus zei: “DEAL”, en Hij betaalde de prijs.
Bespreek nu in drietallen dit verhaal aan de hand van de volgende vragen:
- Welke indruk maakt dit verhaal op jou?
- Is dit een goede gelijkenis om uit te drukken wat Jezus ’lijden betekent?
- Wat betekent het sterven van Jezus voor jou?
e. Gesprekspunten
- John Stott heeft gezegd: “Ik kan alleen in God geloven, vanwege het kruis. Hoe zou je in een wereld vol pijn een God kunnen aanbidden die daar immuun voor is?” Wat vind je van deze uitspraak?
- Waarom kon God de zonde niet gewoon door de vingers zien?
- Wat maakte het lijden voor Jezus zo erg? Wat was het dieptepunt?
- Is in jouw leven te zien dat je een Heer volgt, die koos voor het lijden? Waarin zie je dat dan?
4. Gebed
(suggesties voor gebedsvormen)
-
- a. Bidt in 4 rondes:
-
- De eerste ronde maakt ieder de volgende zin af: “Heer ik dan U, dat….”. In de tweede ronde maakt ieder de zin af: “Heer ik bidt u……”. De derde ronde bestaat uit een paar minuten stilte waarin ieder zijn zonde kan belijden. De vierde en laatste ronde maakt ieder de zin af “Heer, ik loof U………….”.
-
- b. Degene die het gebed leidt geeft aan dat ieder die wat naar voren wil brengen in gebed dat kan doen, daarna bidt hij/zij zelf en het gebed wordt afgesloten met een gezamenlijk uitgesproken Onze Vader.
Bijlage: Achtergrondmateriaal
(bedoeld voor degene die de avond voorbereidt, en voor wie zich er wat extra in willen verdiepen)
- New City Catechismus Vraag & Antwoord 24
- Lees ook vraag en antwoord 15 en 16 van de Heidelberger Catechismus
- Zijn kruisdood brengt verzoening: (Met enige wijzgingen overgenomen uit: Jasper Klapwijk, Basics van de Bijbel, pag. 74-75)
Jezus’ dood aan het kruis liet zien dat Hij zich op wilde offeren. Maar opoffering is alleen maar een deugd als je daar iets mee bereikt. Wie met gevaar voor eigen leven een brandend huis binnen gaat om een kind te redden is een held. Wie het doet zonder dat er iemand te redden valt is gek. Wat bereikte Jezus met zijn offer?
Mensen die geloven dat Jezus dood aan het kruis voor hun leven betekenis had, hebben dat op allerlei manieren onder worden gebracht:
- Hij heeft mij gered. Ik was verloren, verdiende Gods straf, maar Hij nam die voor mij voor zijn rekening (Joh. 3: 16; 1 Tim. 1: 15).
- Ik was vervreemd van God, en stond schuldig tegenover hem, maar Jezus heeft mij met God verzoend (2 Kor. 5:19; 1 Joh. 2:2).
- Ik was in de macht van het kwaad, maar Hij heeft mij losgekocht (Mar. 10: 45).
- De zonde had mijn leven vervuild, maar met zijn bloed reinigt Hij me van de zonde (1 Joh. 2: 2).
- God is mijn rechter, en ik had de zwaarste straf verdiend, maar dankzij Jezus dood aan het kruis ben ik gerechtvaardigd en is het weer goed met God (Rom. 3: 25-26).
- Ik leefde in het duister, maar Jezus heeft die duisternis voor z’n rekening genomen, zodat ik nu leef in het licht (Joh. 12: 46; Ef. 5:8).
- Toen Jezus gekruisigd werd stierf mijn bestaan los van God, en nu heb ik een nieuw leven samen met Hem (Rom. 6: 6-11; Gal. 2: 19-20).
Wat al deze uitspraken gemeen hebben is dat ze verwoorden dat Jezus stierf in onze plaats. Daarom wordt Jezus’ lijden plaatsvervangend lijden genoemd.
Dit is natuurlijk allemaal prachtig: Jezus die ons zo lief had, dat Hij zich voor ons opofferde. Zo droeg Hij onze straf zodat wij vergeving konden krijgen. Maar waarom was dat nodig? Waarom kon God geen vergeving geven zonder die verschrikkelijke marteldood? Dat is een vraag die velen bezig houdt.
Het antwoord op die vraag heeft iets te maken heeft met de spanning tussen Gods rechtvaardigheid en zijn liefde. Wat is een God waard die niet moeilijk doet over verschrikkelijk onrecht? Is Hij wel rechtvaardig? Wat is Gods liefde waard, als Hij niet in woede ontsteekt op het moment dat wij vreemd gaan met een afgod? Had Hij ons dan wel echt lief? Daarom kon God niet net doen of het kwaad en de zonde niet bestaan hebben. Hij moest die wel straffen. Maar omdat Hij ons liefhad, heeft Hij in zijn zoon Jezus die straf voor zijn eigen rekening genomen. Zo heeft Hij geleden aan de vergeving.
En dat is iets dat we kunnen herkennen. Vergeving is altijd kostbaar. Als een ander bij mij in de schuld staat en ik scheld die schuld kwijt, dan kost dat mij het bedrag dat ik kwijtscheld. En ook op het immateriële vlak is dat zo. Zomaar vergeven bestaat niet. Het kost je heel wat om af te zien van vergelding, en niet meer terug te komen op wat die ander je misdeed. En toch is het inderdaad vaak de enige weg naar verzoening.