Dankzij medewerking van de CBB, de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden, is dit ervaringsverhaal ook in gesproken vorm beschikbaar.
Je krijgt in het leven bepaalde kwaliteiten mee, maar het is belangrijk dat je die kwaliteiten ook gebruikt en inzet ten behoeve van anderen. (Rinus Rijk)
Rinus Rijk heeft al vrijwel zijn hele leven gezongen en hij leidt al bijna vijftig jaar een kerkkoor. In zijn werkzame leven was hij één van de pioniers van het gesproken boek. Als voorzitter van de RKG zocht hij samenwerking met de PCG en hij was een warm pleitbezorger van de oprichting van de OOG, de Open Oecumenische Gemeenschap. Hij gaat graag nieuwe uitdagingen aan en weet zich in zijn leven geleid door God.
Rinus onderging als jong kind een aantal oogoperaties, maar zijn gezichtsvermogen bleef zo slecht dat hij al in 1942 leerling werd van het Rooms-Katholieke Blindeninstituut Sint Henricus in Grave. Tot zijn 48ste jaar kon hij nog felle kleuren zien en vormen onderscheiden. Toen raakte hij dat laatste beetje zicht door een ongelukje kwijt. Hij merkte met schrik hoeveel dat kleine beetje zicht hem nog had geholpen bij de oriëntatie. Eigenlijk durfde hij niet meer zelfstandig te reizen, maar zijn werk was hem zo dierbaar dat hij zich over zijn angst heen zette. De eerste tijd kwam hij ’s avonds helemaal misselijk van de inspanning thuis, maar hij zette door en heeft daarna nog heel veel met het openbaar vervoer door het land gereisd.
Muziek heeft altijd een heel belangrijke plaats ingenomen in zijn leven. Al vanaf 1953 houdt hij zich bezig met kerkmuziek. Eerst als lid van het kerkkoor van het blindeninstituut. Daarna korte tijd als lid van een mannenkoor in Grave, tot hij in 1968 door de pastoor werd gevraagd of hij een nieuw kerkkoor zou kunnen opzetten en dirigeren. Dat koor bestaat nog steeds, al is het inmiddels geslonken tot zes oudere heren. En dirigeren doet Rinus niet: hij studeert met behulp van zijn partituren in braille de verschillende partijen in en hij luistert goed en zingt de juiste partij mee als hij merkt dat een stemgroep de fout in gaat. Ook geeft hij kleine aanwijzingen met hoofdbewegingen; zijn handen heeft hij nodig om al zingend de partituur te lezen.
Rinus is altijd van uitdagingen blijven houden. Hij heeft nooit getobd met zijn blindheid. De moeilijkheden die het niet zien met zich meebracht, hebben hem nooit belet om de dingen te doen die hij belangrijk vond en om de kwaliteiten die hem gegeven waren, in te zetten.
NB De man op de afbeelding is niet Rinus Rijk.